23404 |
relikwiekastje |
relikwieschrijn:
relekwieschrien (L415p Opoeteren)
|
Het kastje waarin relikwieën bewaard worden, reliekschrijn. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24548 |
reseda |
reseda:
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal
reseda (L415p Opoeteren),
rose dgypte (fr.):
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal
roezezjoep (L415p Opoeteren)
|
[ZND 35 (1941)]
I-7
|
20559 |
rest in het glas |
klatsje:
kletske (L415p Opoeteren),
klets:
Dat b.v. in een glas is achtergebleven
klits (L415p Opoeteren)
|
kleine hoeveelheid drank die onder in een glas overblijft [ZND 36 (1941)] || verschaald bier
III-2-3
|
24302 |
restant vissen |
bakvis:
bakvös (L415p Opoeteren),
pootvis:
puutvös (L415p Opoeteren),
snoek:
snook (L415p Opoeteren)
|
pootvis || snoek || vis, om te bakken
III-4-2
|
24230 |
restant vogels |
korren:
v duiven
kòrre (L415p Opoeteren),
paardsvink:
pèèrsvink (L415p Opoeteren),
wijfjesvink:
wi-jfkesvink (L415p Opoeteren)
|
kirren || paardevink || vink, vrouwtje
III-4-1
|
34281 |
resten van het eten van dieren |
afval:
afal (L415p Opoeteren),
knauwelen:
knǫu̯ǝlǝ (L415p Opoeteren),
overschot:
īvǝrsxōǝt (L415p Opoeteren)
|
[L 34, 77b]
I-11
|
23674 |
retraite |
retraite (fr.):
retreit (L415p Opoeteren)
|
Enige dagen van geestelijke afzondering en gebed in een klooster of een daarvoor bestemd huis [retraite?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23677 |
retraitehuis |
retraitehuis:
retreitehuus (L415p Opoeteren)
|
Een huis of inrichting waar retraites worden gehouden, retraitehuis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17789 |
reuk |
reuk:
riək (L415p Opoeteren)
|
een reuk [ZND A2 (1940sq)]
III-1-1
|
18085 |
reumatiek |
flerecijn:
fleresien (L415p Opoeteren)
|
reumatiek: hoe heet de gewrichtspijn die vooral bij bejaarde mensen voorkomt (fr. rhumatisme) ? [ZND 42 (1943)]
III-1-2
|