21087 |
zemelen |
zemelen:
zīǝ.mǝlǝ (L415p Opoeteren)
|
De bij het malen van graan afgescheiden en fijngemaakte hulzen van de korrels, die na het zeven als grofste afval overblijven. In Q 99* kent men zowel zemelen als klijen. De laatstgenoemde term wordt gebruikt voor de velletjes in het zeefsel. Zie ook het lemma ɛzemelenɛ in wld II.1, pag. 83. Het materiaal dat hier is opgenomen, vormt een aanvulling op het genoemde lemma in wld II.1.' [S 45; N O, 38d; N O, 38e; JG 1a; JG 1b; JG 2c; Vds 250; Jan 141; Coe 219; Grof 249; monogr.]
II-3
|
23513 |
zeswekenmis |
zeswekenmis:
zesweikenmes (L415p Opoeteren)
|
Een mis die zes weken na iemands overlijden wordt opgedragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17826 |
zetten |
zetten:
zetə (L415p Opoeteren)
|
zetten [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
34311 |
zeug met biggen |
zeug:
zyx (L415p Opoeteren),
zoog:
zuǝx (L415p Opoeteren)
|
Vrouwelijk varken dat heeft gejongd. [N 19, 6; L 37, 49c; monogr.]
I-12
|
19718 |
zeven |
zeven:
zève (L415p Opoeteren)
|
zeven
III-2-1
|
33146 |
zeven met de handzeef |
zeven:
zē̜vǝ (L415p Opoeteren)
|
Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.]
I-4
|
26622 |
zeven, builen |
buisteren:
bø̜j.stǝrǝ (L415p Opoeteren),
uitzeven:
űt˲zę̄vǝ (L415p Opoeteren)
|
Het meel zeven. In P 222 maakt men een onderscheid tussen teemsen en boulteren. De eerste term gebruikt men voor het zeven van meel met de hand door middel van een zeef. Wanneer deze bewerking machinaal door de molenaar wordt uitgevoerd, spreekt men van ɛboulterenɛ. Zie ook het lemma ɛuitzeven van de zemelenɛ in wld II.1, pag. 85.' [N O, 38a; Vds 241; Jan 239; Coe 215; Grof 244; monogr.; N 18, 136; N 18, 136 add.; JG 1b]
II-3
|
21298 |
zich bemoeien met |
bemoeien:
bemooien (L415p Opoeteren),
moeien:
mooien (L415p Opoeteren)
|
ik kan me daarmee niet bemoeien [ZND 21 (1936)]
III-3-1
|
19319 |
zich heel wat inbeelden; ingebeeld persoon |
kakmadam:
ki-jk mich doa de kakmedammeke ins möt hèèr huug hekskes iêver de stroat wagkele
kakmedam (L415p Opoeteren)
|
hovaardig en aanstellerig vrouwmens
III-1-4
|
19047 |
zich inbeelden |
zich inbeelden:
ook materiaal znd 27, 39
zich inbeelen (L415p Opoeteren)
|
inbeelden [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|