e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opoeteren

Overzicht

Gevonden: 3008
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een riek mest riek (mest): rēk (Opoeteren) Een riek mest is de hoeveelheid mest die men in één keer met de riek kan opnemen. Die hoeveelheid is kleiner naarmate de mest meer verteerd is en daardoor gemakkelijker uiteenvalt. Van de termen die in dit lemma voorkomen, zijn er sommige (ook) van toepassing op een brok of klont mest: een aaneenklevende, weke massa goed verteerde mest. [N M, 12a; JG 1a + 1b + 2c; N 11A, 14; monogr.] I-1
een rozenhoedje bidden noster beden: ne noster beijen (Opoeteren) Een Rozenhoedje bidden [de roozekrans bèèje, ziech der roeëzekrans beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een verkoudheid hebben een kou hebben: ich heb eine kaw op de borst (Opoeteren), ich hèb eine kauw oppe borst (Opoeteren) Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-2
een veulen werpen veulingen: vīǝ.leŋǝ (Opoeteren) Als de weeën toenemen, gaat de merrie liggen. De geboorte begint, als de vliezen breken en het vruchtwater wegloopt. [JG 1a, 1b; N 8, 52] I-9
een weide scheuren omploegen: [omploegen] (Opoeteren) Een weide scheuren is het omploegen van weiland, vooral om het daarna als akkerland te gebruiken. Voor (delen van) varianten die hieronder in de [... [JG 1a + 1b + 1c + 1d; N 11, 42a + b + c; N 11A, 114 + 115a + b; monogr.] I-1
een zeugennest maken nest maken: nest maken (Opoeteren) Van stro een soort nest maken voor het werpen, gezegd van de zeug. [N 76, 25; N 14, 56] I-12
eend eend: ē̜.nj (Opoeteren), ē̜nj (Opoeteren) [JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.] I-12
eenvoudige of armoedige woning kadol: kadol (Opoeteren, ... ), Ze wuundzje doa tiêge de bos aan in èè (klein) kadol  kadol (Opoeteren), keviep: Och, dat hi-jske is mè ein ermojige keviêp  keviêp (Opoeteren) hutje || klein, onaanzienlijk achtergebouwtje || krotwoning III-2-1
eenzaam afgelegen: aafgeleègen (Opoeteren), afgəlɛgə (Opoeteren), alleen: allein (Opoeteren), əlejn (Opoeteren) het huis ligt zo eenzaam, zo afgelegen [ZND 34 (1940)] III-3-1
eer aan de vader glorie zij de vader: glorie zij den vader (Opoeteren) Het "Eer aan de Vader..."of "Glorie zij de Vader...". [N 96B (1989)] III-3-3