e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288a plaats=Ospel

Overzicht

Gevonden: 3815
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
cirkel, kring ronde: rondj (Ospel) een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] III-4-4
citroen citroen: Verklw. setruunke ¯n oetgepörzje setroen met sókker  setroen (Ospel) citroen III-2-3
cocon cocon: cocon (Ospel), pop: pöp (Ospel) cocon [DC 18 (1950)] || pop, coconrups [DC 18 (1950)] III-4-2
collectant collectant (fr.): collectant (Ospel) Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecteschaal open schaal: ope schaol (Ospel) De schaal, het bord waarmee in dat geval gecollecteerd werd [schaol, sjaal, telder, klaaterschoeëtel?] . [N 96B (1989)] III-3-3
commode, ladenkast commode: koͅmuət (Ospel) commode III-2-1
communiebank communiebank: communiebank (Ospel) De balustrade aan de voet van het priesterkoor, waaraan de gelovigen de communie ontvangen [communiebank?]. [N 96A (1989)] III-3-3
communiebruidje bruidje: bruudje (Ospel) Een meisje in het wit dat de eerste H. Communie doet, bruidje [ingelche, wiesse kinger]. [N 96D (1989)] III-3-3
communiekleed communiekleed: communiekleid (Ospel) Het kleed, de doek daarover [communiekleed, communiedoek]. [N 96A (1989)] III-3-3
compartiment coup (fr.): coupe (Ospel), treinstel: treinstel (Ospel) compartiment [N 102 (1998)] III-3-1