33497 |
appelsteel |
peel:
peel (L288a Ospel)
|
steeltje ve appel of peer
I-7
|
25922 |
appelstroop |
appelstroop:
apǝlstrup (L288a Ospel)
|
Stroop, gemaakt van appelen. [N 57, 34b; N 57A, 6; N 38, 2; monogr.]
II-2
|
24119 |
appelvink |
groene:
greune (L288a Ospel)
|
appelvink
III-4-1
|
33100 |
aren lezen |
aren rapen:
ǭrǝ rāpǝ (L288a Ospel)
|
Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2]
I-4
|
32877 |
arend van de zeis |
ang:
ãŋ (L288a Ospel)
|
Het blad van de zeis loopt aan de zijde waar het met de steel verbonden is uit in een smal, vaak extra verstevigd, stukje staal, de arend, dat tegen de steel van de zeis aanligt en door middel van de zeisring daaraan wordt vastgemaakt. Aan het uiteinde is de arend voorzien van een nokje dat in een gat in de steel wordt gestoken of geslagen; soms zijn er twee dergelijke nokjes (vergelijk het woordtype dobbelang). Voor de hoek die de arend met het zeisblad maakt, en het belang hiervan voor een goede "voering" van de zeis, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Zie afbeelding 5, nummer 1. [N 18, 68a; JG 1a, 1b; A 4, 28c; A 14, 1; L 20, 28c; L 45, 1; monogr.]
I-3
|
21709 |
armbestuur |
armenbestuur:
erremebesteur (L288a Ospel)
|
de instelling die zich tot doel stelt arme mensen te ondersteunen [arme, armekom-mer, grootvaal, armbestuur] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
27019 |
armen van de veenkruiwagen |
kruikarburries:
krøkǝrbø̜ris (L288a Ospel)
|
[II, 70c]
II-4
|
23355 |
armenbanken |
vrijbanken:
vri-j benk (L288a Ospel)
|
De banken achter in de kerk, die niet werden verpacht [gemeine banken, vrije banken, ermebanke, vrije plaatsen?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19794 |
armleuning |
leuning:
lø̄.neŋ (L288a Ospel)
|
leuning
III-2-1
|
25055 |
armvol |
reuvel:
Osp.
räövel (L288a Ospel)
|
ervel, armvol
III-4-4
|