e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hefhout, hulpstaart ploegsleep: plōxslęi̯p (Ospel) De houten steel die men gebruikte om de ploeg op te tillen, werd gestoken tussen de knecht en de ploegboom of door een metalen beugel bij het snijpunt van ploegboom en ploegstaart. In sommige gevallen was deze steel blijvend met de ploeg verbonden d.m.v. een strak gespannen touw tussen die steel en de ploegstaart. Op deze wijze ontstond er een tweede staart. De ploeg kon nu met beide handen bediend worden en was beter bestuurbaar. In andere gevallen was er geen vaste, met de ploeg verbonden hulpstaart, maar werd de ploegstok daarvoor aangewend. Blijkens de verstrekte gegevens was dit het geval in: K 278, 314, 353, L 163, 163a, 215, 244c, 268, 270, 286, 295, 312, 314, 321, 322, 324, 328, 364, 374, 416, P 175, 176, Q 20, 97, 111, 111x, 162 en 204a. Voor de benamingen van deze steel in de vermelde plaatsen zie men het lemma ploegstok. [N 11, 36] I-1
heg, haag heg: hek (Ospel) Omheining bestaande uit geschoren kreupelhout of struikgewas (heg, haag, hoftuin) [N 79 (1979)] III-2-1
heggenmus blauwververtje: blauwvèrverke (Ospel), blawvêrverke (Ospel), hoffluiter: ook: tuinfluiter  hoeëffluiter (Ospel), ruimertje: rieëmerke (Ospel) heggemus III-4-1
hei maaien hei maaien: hē̜j mɛ̄jǝ (Ospel) Het heide maaien had in de vroege landbouweconomie van de zanddorpen van de Peel een belangrijke betekenis in verband met bemesting. Heizoden worden soms ook opgestookt. [I, 25] II-4
heibezem heibezem: heibesem (Ospel) bezem gemaakt van heitakjes (heiwasser, heibezem) [N 20 (zj)] III-2-1
heidegrond of heide hei: hē̜j (Ospel) Van de heide worden plaggen of zoden gestoken die ook als brandstof gebruikt kunnen worden. [II, 123] II-4
heigaffel heigaffel: hē̜jgafǝl (Ospel) Soort riek om de heiplaggen op de kar te laden. [I, add.] II-4
heilig hartbeeld heilig hartbeeld: heilig hertbeeldj (Ospel), heilig hertbieljd (Ospel) Een beeld van Jezus die zijn hart toont (H.Hart). [N 96A (1989)] || H.Hartbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
heilig hartlampje godslampje: godslempke (Ospel) Het altijd brandend electrisch devotielichtje bij het H.Hartbeeld [H.Hartlemp-ke?. [N 96B (1989)] III-3-3
heiligdomsvaart heiligdomsvaart: heiligdomsvaart (Ospel) Een heiligdomsvaart [hilliechdómsvaat]. [N 96C (1989)] III-3-3