e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naaste evenmens: aevemins (Ospel) Je/uw naaste, evennaaste, evenmens [naoste, nôste, èèvemins]. [N 96D (1989)] III-3-3
nachtegaal nachtegaal: nauchtegaal (Ospel), spaanse pappeguut: spaanse pappeguût (Ospel) nachtegaal || nachtegaal, verbasterde III-4-1
nachtkastje nachttafeltje: naxtø͂ͅfəlkə (Ospel) nachtkastje III-2-1
nachtmis nachtmis: nawchtmaes (Ospel) De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)] III-3-3
nachtvlinder nachtvlinder: nachtvlinder (Ospel) nachtuiltje, nachtvlinder [DC 18 (1950)] III-4-2
nachtzwaluw geitenmelker: geitemèlker (Ospel), geîtemêlleker (Ospel) nachtzwaluw III-4-1
nadeel schade: schaai (Ospel) het nadeel dat voor iemand uit een gebeurtenis of handeling voortvloeit [schade, schaai, scha, nadeel] [N 85 (1981)] III-1-4
nageboorte nageboorte: nageboorte (Ospel) nageboorte van de mens; hoe noemde men vroeger - -? [DC 33 (1961)] III-2-2
nageboorte van de koe rein: rɛi̯n (Ospel) [N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.] I-11
nagel nagel: nagel (Ospel) nagel [DC 01 (1931)] III-1-1