e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opening in een galmgat lok: loek (Ospel) Elk van de openingen in zon venster [schal-laok,-loch?]. [N 96A (1989)] III-3-3
opgroeiend jong kipje poel: pōl (Ospel) Bedoeld wordt het kipje dat niet meer bij de klokhen is maar dat nog niet legt. [N 19, 40c] I-12
ophitsen stoken: stuuëke (Ospel) ophitsen, stoken III-1-4
opklaren opklaren: ’t klaort op (Ospel) opklaren, helder worden [op-, doorweere, optrekken, afzomen, zich klaren, opklaren] [N 22 (1963)] III-4-4
oplegger oplegger: oplɛgǝr (Ospel) Belangrijk werktuig voor de turfgraver. De kruk, steel en spade zijn van hout, waarbij steel en spade uit één stuk zijn gemaakt. De steel is ongeveer 50 cm lang. Op het houtwerk van de spade zit een stalen bek geklonken. Met de oplegger licht de turfgraver de turven uit de bank. [II, 40a] II-4
opletten gewaar zijn: gewaar zeen (Ospel) oplettend, achtslaan op wat kan gebeuren, gereed om te handelen, waakzaam [gewarig, gewaakzaam] [N 85 (1981)] III-1-4
opmaken opmaken: gaeltṣ opma.kə (Ospel) geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
opper opper: ǫpǝr (Ospel) De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.] I-3
oprit oprit: oprit (Ospel) een hellend oplopende weg om op een dijk, een brug enz. te kunnen komen (april, opweg, opril, oprit, stoep, aprel) [N 90 (1982)] III-3-1
opruimen opruimeren: oprumere (Ospel) Opruimen (opruimen, oprommelen, klarantie maken, ontdoen) [N 79 (1979)] III-2-1