20130 |
opzitten |
bidden:
baìje (L288a Ospel)
|
Hoe noemt u op de achterste poten zitten met opgeheven voorpoten, gezegd van een hond (bidden, lezen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
23570 |
organist |
orgelist:
orgelist (L288a Ospel)
|
De organist, orgelist. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22737 |
orgel |
orgel:
inen oRgel (L288a Ospel),
orgel (L288a Ospel)
|
Het orgel [het/de orgel, örgel, ölger, orjel?]. [N 96A (1989)] || orgel [GTRP (1980-1995)]
III-3-2, III-3-3
|
23389 |
orgelpijpen |
orgelpijpen:
orgelpiepe (L288a Ospel)
|
De pijpen van het orgel [örgelpiepe, orrejelspiefe?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24221 |
ortolaan |
ortolaan:
zangvogel, vroeger veel gevangen omwille van het vlees.
ortelaon’ (L288a Ospel)
|
ortolaan
III-4-1
|
34053 |
os |
os:
ǫs (L288a Ospel)
|
Gesneden mannelijk rund [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.]
I-11
|
24460 |
otter |
otter:
otter (L288a Ospel)
|
otter [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
20318 |
oud, bejaard |
oud:
zie mooder es out
out (L288a Ospel)
|
oud: zn moeder is oud [DC 35 (1963)]
III-2-2
|
32849 |
oude grassoorten |
bent:
bēntj (L288a Ospel),
watergras:
wātǝr[gras] (L288a Ospel),
wollen gras:
wø̜lǝ [gras] (L288a Ospel)
|
De hieronder vermelde woorden werden opgegeven op de vraag naar verschillende oude grassoorten. Na de lexikale eenvoud van het vorige lemma ''gras'', leverde deze vraag een grote oogst aan plantennamen op. Het is echter lang niet altijd duidelijk welke botanische grassoort nu precies bedoeld wordt; eenzelfde plantenvolksnaam kan immers in de ene streek een andere botanische familie of afdeling aanduiden dan in de andere streek. Naast de oude grassoorten blijken óók en vooral wilde grassoorten te zijn opgegeven die juist niet voor de weidebouw van belang zijn, maar waarmee de landbouwer en veeteler te maken heeft om ze van zijn cultuurgrond weg te houden, onkruid derhalve. Zie ook de lemma''s ''zuring'' en ''distel'' en de benamingen voor het onkruid in de akker in de aflevering over de Akkerbouw (WLD.I.1.4). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) ''gras'' het lemma ''gras''. Het lemma bevat enkelvouden en meervouden.' [N 14, 82; monogr.]
I-3
|
22317 |
oudejaarsavond |
oudjaarsavond:
aodjaorsaovunjt (L288a Ospel)
|
De avond van 31 december, oudejaarsavond, Sint Silvesteravond [aldejaorsaovond]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|