e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rek horretje: hoͅrtjə (Ospel), schap: schaop (Ospel) rek || Soort kast van latten en planken, zonder deur, om iets in op te bergen, b.v. in de keuken (rek, schap, hang) [N 79 (1979)] III-2-1
relikwie relikwien: relekwiejen (Ospel) De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)] III-3-3
relikwiekastje schrijn: schriene (Ospel) Het kastje waarin relikwieën bewaard worden, reliekschrijn. [N 96A (1989)] III-3-3
repareren maken: maken (Ospel) repareren, opknappen [oplappen, flikken, lameseren] [N 91 (1982)] III-4-4
reseda rose dgypte (fr.): reziep (Ospel), roeëzegips (Ospel, ... ) reseda || roosje van Egypte, de vrucht I-7, III-4-3
rest in het glas klatsje: kletske (Ospel) restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)] III-2-3
restant insecten bramelenmeeuwis: braomele-mieëwes (Ospel), reemol: insect  rieëmôl (Ospel) insect op braambessen || veenmol III-4-2
restant vissen katvis: katvés (Ospel), meerkor: maêrkor (Ospel), snoek: snook (Ospel), zalm: zalm (Ospel) meerval || meerval, kleine || snoek || zalm [N100 (1997)] III-4-2
restant vogels honingdrijvertje: vogel  hoeëningdriêverke (Ospel), kraker: tafeleend (46 grijs; met bruine kop; zwarte borst; alleen op trek en s winters  kraaker (Ospel, ... ), kruisbek: alleen in kandidaatsscriptie  kruusbèk (Ospel), vloeien: van mussen of kippen  vluuëje (Ospel) honingzuiger || kruisbek || tafeleend || wentelen in het stof III-4-1
restant zoogdieren das: das (Ospel), frettieren: mn op konijnen  frettieëre (Ospel), peem: peêm (Ospel), poot: poeët (Ospel), tam: taam (Ospel), vel: vêl (Ospel) das [DC 07 (1939)] || fretten, jagen met de fret || pezel, pezerik || poot ve dier || tam [DC 19 (1951)] || vel, pels ve dier III-4-2