e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijp vormen, rijpen rouwvriezen: rowgevroren (Ospel) vriezen zodanig dat zich rijm op de bomen vormt [rouwvorsten, rijmen] [N 22 (1963)] III-4-4
rijp, rijmx rijm: riem (Ospel) rijm, bevroren dauw of nevel die zich afzet op de takken [waterrijm, roevros] [N 22 (1963)] III-4-4
rijp, volgroeid rijp: riêp (Ospel) rijp, volgroeid I-7
rijshout, bonenstaak erwtenrijs: erteriesders (Ospel), voor erwten  êrteriêzer (Ospel) Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [N P (1966)] || rijshout I-7
rijstevlaai rijstevlaai: riêstevlaaj (Ospel) rijstevlaai III-2-3
rijzen, uit de aren vallen rijzen: rizǝ (Ospel) Het uit de aren vallen van de graankorrels, wanneer het graan goed droog is en op de wagen getast wordt. ''tasser op de wagen'' (5.1.5). In L 286 en 288 voegt men toe dat dergelijk koren rijskoren (riskōrǝ) wordt genoemd. De laatste drie uitdrukkingen betekenen zoveel als: "het koren is zo droog dat de korrels uit de aren vallen". Naar de fonetische verschijningsvorm zouden de uitdrukkingen (het is) rijs echter ook persoonsvormen van het werkwoord rijzen kunnen zijn.' [N 15, 53; JG 1a, 1b, 2c; L 32, 41; monogr.] I-4
rimpels rimpels: rumpels, rumpel (Ospel) Hoe noemt men de plooien in de huid van een mens ? Bedoelt worden vooral de plooien in het voorhoofd. Wat is hiervan het enkelvoud ? [DC 18 (1950)] III-1-1
ring ring: eneRingk-S- (Ospel), reŋ (Ospel) Een wal turf van ongeveer negen lagen turven dik hoog. [II, 80c] || ring [GTP] II-4, III-1-3
ringbaard oorbaard: oejrbaard (Ospel) ringbaard (visschersbaard) [DC 01 (1931)] III-1-1
ringen, randen verwijderen van peulvruchten liezen: leeze (Ospel), liezen afdoen: lezen aafdoon (Ospel) [N Q (1966)]ontdoen, van draden— I-7