e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snuit snoet: snoet (Ospel), snoêt (Ospel), snuits: snuts (Ospel) [N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]Hoe noemt u het vooruitstekende deel van het aangezicht van dieren (snuit, snoefel) [N 83 (1981)] || snuit I-12, III-4-2
soda soda: sōdā (Ospel) de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)] III-2-1
soep sop: Verklw. söpke e Lekker söpke: lekkere soep  sop (Ospel) soep III-2-3
soepketel, waterketel marmiet: fermied (Ospel) berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
soepterrine soepterrine: soͅptrin (Ospel), zie tekening  sopterien (Ospel) soepterrine [N 20 (zj)] III-2-1
soepvlees soepenvlees: sopevleis (Ospel), soppevleîs (Ospel, ... ) soepvlees || soepvlees; Hoe noemt U: Mager vlees om soep van te koken (boelie, bouilli, soepvlees) [N 80 (1980)] III-2-3
sok sok: ich loup altied op mien zokke az ich toes bin. Mien vrōw breitj d⁄r eedere kier weer nōw veut aan (Ospel), zok (Ospel) Hoe noemt men de sok (de halflange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)] || Sokken. Ik loop altijd op mijn sokken als ik thuis ben. Mijn vrouw breit er telkens weer nieuwe voeten aan. [DC 39 (1965)] III-1-3
soldaat soldaat: səldô.t (Ospel) soldaat [RND] III-3-1
soldaatjes krapjes: krepkes (Ospel), paardjes: uitsluitend mv.  pertjes (Ospel), soldaatjes: Uitsluitend verklw.  suldäötjes (Ospel) gebakken stukjes brood || stukjes geroosterd brood of blokjes spek, die in de erwtesoep werden gedaan || uitgebakken stukjes spek, ook kleine stukjes geroosterd brood bij erwtensoep III-2-3
soldaten soldaten: saldöten (Ospel), səldo.tə (Ospel) algemene naam voor soldaten [volk, soldatenvolk, soldaterij] [N 90 (1982)] || soldaten [RND] III-3-1