e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sterven van een plant kapot gaan: kapot gegaan (Ospel) sterven van een plant [N 38 (1971)] III-4-3
stevig, gezegd van voedsel stijf: stief (Ospel) stevig, gezegd van voedsel (straf) [N 91 (1982)] III-2-3
stiefdochter stiefdochter: steeg??  steegdouchter (Ospel) stiefdochter [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefkinderen stiefkinder: steeg??  steegkindjer (Ospel), voorkinder: veurkindjer (Ospel) stiefkinderen [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefmoeder stiefmoeder: steegmoôder (Ospel), steeg??  steegmoder (Ospel) stiefmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefouders stiefouders: steeg??  steefojers (Ospel) stiefouders [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefvader stiefvader: steeg??  steegvader (Ospel) stiefvader [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefzoon stiefzoon: steeg??  steegzoon (Ospel) stiefzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
stiekem eten moffelen: móffele (Ospel), sneuken: snuiken (Ospel) ergens stilletjes zitten te eten || stiekem eten; Hoe noemt U: Steeds weer stiekem eten (knaffelen, knaspelen) [N 80 (1980)] III-2-3
stiepel stiepel: stiǝpǝl (Ospel) Bank van ongeveer zes turven omlaag met de breedte van een turf. [I, add.] II-4