e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
turf prikken turf prikken: tø̜rǝf prekǝ (Ospel) De turf met de riek op de kar laden. Dit doet men in de herfst of vroege lente, als het koud is. Als men met de handen de turf vastpakt, krijgt men koude en zieke handen. [II, add.] II-4
turfaak aak: āk (Ospel) Grote praam met of zonder roer. [II, 92h] II-4
turfbak turfbak: tø̜rǝfbak (Ospel) Bak in een van de hoeken bij het haardvuur waarin turf geborgen wordt. [I, 10e] II-4
turfbijl aks: āks (Ospel) Bijl waarmee men veenpuisten doorhakt. Ze wordt ook wel eens gebruikt om turven uit de turfgrond te slaan. Uit N 18, 45 zijn alleen die opgaven verwerkt die op het loshakken van turf of zoden slaan of op turf betrekking hebben. [I, 23; N 18, 45] II-4
turfboer turfboer: tø̜rǝfbōr (Ospel) De turfboer of turfventer pacht van de gemeente veengrond en gaat deze in de lente en zomer uitsteken. De turf probeert hij in de omringende plaatsen of steden te verkopen. [I, 9] II-4
turfhekken hekken: (mv)  hękǝs (Ospel) Aparte hekken die voor, achter en opzij op de kar gezet worden om turf te vervoeren. Aanvulling van de lemmata voorhek op de kar en achterhek op de kar in wld II.4. [N 17, 72a + c] I-13
turfhoek turfhoek: tørǝfhōk (Ospel) Hoek waar de turfbak staat. [I, 10f] II-4
turfhoop, bestemd voor de verkoop mijt: mīt (Ospel) [I, 82] II-4
turfmolm bonksel: boŋksǝl (Ospel), gemul: gǝmøl (Ospel) Afval van turf, losse rommel, boomaarde. In dit lemma zijn de opgaven van de enqu√™te S samengevoegd met de opgaven van de enqu√™tevraag I, 32. Men moet wel beseffen dat hierdoor verschillende soorten molm aangeduid kunnen worden. Maar in beide enqu√™tes werd duidelijk gevraagd naar de "turfmolm"; vandaar dat beide vragen hier verwerkt zijn. [I, 32; S 24] II-4
turfschip turfschuit: tø̜rǝfsxȳt (Ospel) Turfschip in het algemeen. [II, 92a] II-4