e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vleier kontenkruiper: kontekroeper (Ospel) een persoon die graag vleit [zie vraag 365] [bloksleep, bloksleper, fleerbaard, kontekruiper, mouwveger] [N 85 (1981)] III-3-1
vleiwoord tot de zogende zeug th, th, th: th, th, th (Ospel) Een vleiwoord roepen tot de zogende zeug om deze gerust te stellen. In plaats van roepen kan men strelen, met de emmer rammelen, de zeug krabben, klakkende of smakkende geluiden maken met de tong. [N 19, 11c] I-12
vleiwoord voor het varken varkentje: vɛrkskǝ (Ospel) [VC 14, 2c v] I-12
vlekziekte vlekziekte: vlɛkzekdjǝ (Ospel) Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.] I-12
vleugel vleugel: vluuëgel (Ospel) vleugel III-4-1
vliegen, weven van een vlieg tirren: tirre (Ospel) ronddraaien ve vlieg III-4-2
vliegend ongedierte gewormt: gewörmtj (Ospel) vliegend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
vliegenraam, hor gaasraam: gaasraam (Ospel), hortje: hoͅrtjə (Ospel, ... ), vliegengaas: vlege-gaas (Ospel) Hoe noemt u een scherm van groene metaaldraad in open ramen om vliegen buiten te houden? (vliegenraam, hor) [N 104 (2000)] || sierhor voor raam || Vlechtwerk van metaaldraad in een raam gevat dat voor een venster wordt gezet om het binnenvliegen van insekten te beletten (hor, horretje, zeef, draad) [N 79 (1979)] || vliegengaas, hor III-2-1
vliegtuig vliegmachine: vleegmachien (Ospel) het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)] III-3-1
vliegveld vliegveld: vleegveldj (Ospel) het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)] III-3-1