29512 |
het loodglazuur testen |
een proef nemen:
ǝn prūf nē̜mǝ (L163p Ottersum)
|
De densiteit van het glazuursel testen. Doorgaans gebruikt men daarvoor een loden knikker die door juist boven te drijven aangeeft wanneer het correcte soortelijk gewicht van het glazuursel is bereikt. In L 270 werd met een vinger op het gedompelde produkt getipt, zodat men kon zien hoe dik het glazuur erop zat. [N 49, 57]
II-8
|
29557 |
het meeste vuur aan zich trekken |
één kant trekt niet:
ɛnǝ kānt trękt ni (L163p Ottersum),
één kant trekt slecht:
ɛnǝ kānt trękt slēxt (L163p Ottersum)
|
Gezegd van (een deel van) een pottenbakkersoven. Gevolg is aldus de invuller uit L 163, dat de andere kant teveel hitte krijgt. [N 49, 86]
II-8
|
34005 |
het paard leiden |
op de leis:
ǫp˱ dǝ lęi̯s (L163p Ottersum)
|
Het paard leiden of mennen door het met de teugels te sturen. Werkwoorden zoals varen en leiden werden niet door alle corresponenten gegeven. [N 8, 100 en 101b; Wi 25; monogr.]
I-10
|
33921 |
het paard wennen aan tuig en arbeid |
inspannen:
ęnspanǝ (L163p Ottersum)
|
[N 8, 99]
I-9
|
25378 |
het ruggemerg doorsnijden of -steken |
in de merg steken:
īn dǝ mɛrx stēkǝ (L163p Ottersum)
|
Het ruggemerg doorsnijden of -steken, opdat het dier sneller doodgaat. [N 29, 38; N 28, 6; monogr.]
II-1
|
25443 |
het vlees in stukken snijden |
verdelen:
vǝrdēlǝ (L163p Ottersum)
|
Als één der helften van het gekloofde dier verwerkt wordt, snijdt men deze eerst in enkele grote, wat handzamer stukken. [N 28, 98; monogr.]
II-1
|
25441 |
het vlees laten besterven |
besterven:
bǝstē̜rvǝ (L163p Ottersum)
|
Na het verwijderen der ingewanden e.d. en het schoonmaken laat men het vlees hangen om het te laten afkoelen en opstijven. De volgende dat wordt het verder verwerkt. Enerzijds is dit een eis van de keuringsdienst (eventuele ziektes e.d. zijn dan makkelijker te constateren), anderzijds komt dit besterven volgens velen de smaak van het vlees ten goede. [N 28, 95; monogr.]
II-1
|
21436 |
het volle bedrag |
het volle pond:
⁄t vòlle poond (L163p Ottersum)
|
volle bedrag, de gehele som, zonder korting [de hele poet, de volle roefel, de hele paaj?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25558 |
het voorrijzen buiten de trog |
eerste rijs:
ørstǝ rīs (L163p Ottersum)
|
De informant van P 56 vermeldt dat het deeg, wanneer het voorgerezen is in de trog of machine, op de bakkerstafel wordt overgebracht voor het narijzen. Sommige informanten beschouwen deze fase als een onderdeel van het voorrijzen. Deze tweede rijsbeurt vindt plaats op de bakkerstafel (Q 121e) of bank (Q 19, 198b) of in de rijskast (L 269). [N 29, 24c]
II-1
|
25557 |
het voorrijzen in de trog |
trogrijs:
trǫxrīs (L163p Ottersum)
|
Volgens de informant van P 56 worden de grondstoffen in de trog of de machine gebracht. Eerst de bloem (± 50 kg). De gist (± 1 kg) wordt opgelost in water. Dit mengsel wordt op de bloem gegoten, waarin eerst een soort trechter is gemaakt. Dit alles laat de bakker ongeveer 15 minuten staan. Dit is dan wel het voorrijzen in de trog. [N 29, 24b; N 29, 24a]
II-1
|