e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koppelijzer koppelanker: kǫpǝlāŋkǝr (Ottersum) IJzer waarmee twee balken die met de kopeinden tegen elkaar op een muur liggen, met elkaar verbonden kunnen worden. [N 54, 127] II-9
koppelstang hevel: hē̜vǝl (Ottersum) De lat met aan de wielzijde een gebogen gedeelte, waarmee de trapbeweging door middel van de trede op het drijfwiel wordt overgebracht. [N 34, B4] II-7
koppelteugel, koppelstang koppelstang: kopǝlstaŋ (Ottersum) Verbinding tussen de bitten van de paarden van een tweespan, of teugel die het haam van het bijdehandse paard (het paard dat bestuurd wordt) met het bit van het vandehandse paard (het rechtse paard van een twee- of driespan) verbindt. [N 13, 36] I-10
koppenlaag steensellaag: stɛnsǝllǭx (Ottersum) Laag in hun breedterichting liggende bakstenen. Zie ook afb. 38 en 41. [N 31, 23b; monogr.] II-9
koppenverband koppenverband: kopǝnvǝrbānt (Ottersum) Metselverband waarbij alle stenen in een laag met de kop in zicht komen. De steen ligt daarbij op zijn platte kant. Zie ook afb. 38. [N 31, 24b] II-9
koppenverdeellat koppenlat: kǫpǝlat (Ottersum) Maatlat die is onderverdeeld in eenheden die ieder één steenkop plus één stootvoeg lang zijn. Zie ook afb. 28. [N 31, 8b; monogr.; div.] II-9
koppig koppig: kø̜pex (Ottersum), Hïj is zö köppig as ennen eezel Da is köppige wien, dèn ge dor hèt  köppig (Ottersum) [JG 1a; A 48A, 41a; N 8, 64h]koppig I-9, III-1-4
kopriem voorband: vø̜rbānt (Ottersum) Evenals bij de halster is er aan het hoofdstel een kopriem. Bij de halster ligt de kopriem achter de oren van het paard, waar hij bij het hoofdstel vóór de oren over het voorhoofd van het paard loopt. Bij enkele opgaven is het vaak niet uit te maken of het om de vorm kieuwriem of kiefriem gaat. Gekozen werd voor de vorm kief. [JG 1a; N 13, 25] I-10
kopse las kopse las: kǫpsǝ las (Ottersum) Verbinding van twee stukken hout in elkaars verlengde, waarbij de stukken haaks of schuin afgezaagd en koud tegen elkaar gelegd worden. [N 54, 41] II-12
korbeel schoor: sxǭr (Ottersum) Balkje dat onderlangs de verbinding vormt tussen de hanebalk en het spantbeen. Zie ook afb. 52n. [N 54, 157] II-9