e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krentenbrood krentenmik: krintemik (Ottersum), krentenweg: kreentewèg (Ottersum), kreentewèk (Ottersum), kreentewék (Ottersum), krēntəweͅk (Ottersum), Syst. WBD  kreentewék (Ottersum), pruimpjesweg: prymkəsweͅk (Ottersum) brood waarin krenten gebakken worden [N 29 (1967)] || krentebrood || krentenbrood || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3
kreupel zijn (het is/staat) kreupel: krø̄pǝl (Ottersum) [JG 1a; N 8, 62k en 94f] I-9
kreupele stijl koningsstijl: køneŋsstīl (Ottersum), kreupele stijl: krø̄pǝlǝ stīl (Ottersum) Stijl die het spantbeen steunt en rust op de zolderbalk. De kreupele stijl voorkomt dat het gebint kan vervormen. Zie ook afb. 49f. [N 54, 154; monogr.] II-9
kribbebijter kribbebijter: krebǝbitǝr (Ottersum) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9
krielkip kriel: kril (Ottersum) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
krijgertje spelen tikkertje spelen: /  tikkertje (speule) (Ottersum) tikkertje [SND (2006)] III-3-2
krimpen krimpen: krēmpǝ (Ottersum) Gezegd van het werkstuk wanneer de afmeting ervan na het bakken is afgenomen. Om de krimp op te vangen was in L 163 het stokje dat als maatstokje werd gebruikt, 10% langer dan de gebakken pot moet worden. Volgens de invuller uit L 270 kromp het werkstuk vooral tijdens het drogen. [N 49, 91] II-8
kroeshaar kroeshaar: kroeshèùr (Ottersum), kroeshöör (Ottersum) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krokken knikken: knekǝ (Ottersum) Het ombuigen van de in de bodem gestoken wissen, zodat ze rechtop gaan staan. Voor men de wissen rechtop kan zetten, moeten deze eerst met een krokmes aangeprikt worden. Zie ook het volgende lemma. [N 40, 51] II-12
krokmes bennenmes: bɛnǝmɛs (Ottersum) Mes voor het aanprikken van opstaande wissen, zodat deze zonder te breken omgebogen kunnen worden. Zie ook afb. 274. [N 40, 52] II-12