e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loonbak schietweg: sxītwęk (Ottersum) Deeg van brood en gebak dat aan huis is klaargemaakt en dat naar de bakker wordt gebracht om er brood of gebak van te laten bakken tegen een vergoeding. [N 29, 98; monogr.] II-1
looplijn looplijn: lōplęjn (Ottersum) In de plattegrond van een trap de lijn waarlangs men zich beweegt bij het op- en afgaan van de trap. Bij de verdeling van de aantreden neemt men voor scheluwe of spiltrappen een looplijn aan op 2/5 of 1/3 van de breedte van de buitenboom af. De looplijn wordt meestal met behulp van een pijl in de plattegrond ingetekend. Zie ook afb. 69. [N 55, 92] II-9
loops loops: löps (Ottersum), løͅps (Ottersum), rams: rams (Ottersum), rɛms (Ottersum) konijn, geslachtsdrift vertonend [N 19 (1963)] || loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)], [N C (1962)] III-2-1
loopslot loopslot: lōpslǫt (Ottersum) Slot dat alleen van een dagschoot is voorzien die met behulp van een kruk wordt teruggeschoven en bij het loslaten van de kruk door een veer weer in de oorspronkelijke stand terugspringt. [N 54, 103f] II-9
lopen lopen: loope (Ottersum, ... ) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
loper loper: loper (Ottersum), lø̄pǝr (Ottersum) De bovenste, draaiende molensteen. De loper had in Q 99 drie soorten kerven, de ligger daarentegen maar één. Zie ook het lemma ɛscherpselɛ.' [N O, 17c; A 42A, 31; N D, 7; Sche 47; Vds 85; Jan 121; Coe 98; Grof 117; monogr.] II-3
losgetuigd leiden teugel leiden: tø̄gǝl lęi̯ǝ (Ottersum) Een paard zonder zadel en niet tussen berries leiden met de teugel. [N 8, 101c] I-10
losse linnen halsboord boord: boord (Ottersum) halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)] III-1-3
losse manchet manchet: manchètte (Ottersum) manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)] III-1-3
losse paal met draad hekken: hękǝ (Ottersum), los hekken: los hękǝ (Ottersum) Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8] I-8