29931 |
pannenbier |
richtbier:
rext˱bīr (L163p Ottersum)
|
De drank, vaak bier, die bij het richtfeest wordt geschonken. [N 88, 184; monogr.]
II-9
|
20700 |
pannenkoek |
koek:
kōēk (L163p Ottersum),
kūk (L163p Ottersum),
Syst. WBD
kōēk (L163p Ottersum)
|
pannekoek || Pannekoek, heel in het algemeen (struif, flenske, koekebak?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20699 |
pannenkoekenbeslag |
deeg:
deeg (L163p Ottersum),
mengsel:
Syst. WBD
meengsel (L163p Ottersum)
|
Beslag voor het bakken van pannekoeken (timper?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19443 |
pannenlap |
kwezel:
kwezel (L163p Ottersum)
|
lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
30474 |
pannenstrijker |
pannenstrijker:
panǝstrikǝr (L163p Ottersum)
|
Smalle, lange troffel die wordt gebuikt om specie tussen de pannen te strijken. Zie ook afb. 77. [N 30, 8d; monogr.]
II-9
|
20558 |
pap |
pap:
pap (L163p Ottersum),
Syst. WBD
pap (L163p Ottersum)
|
Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)]
III-2-3
|
30762 |
papborstel |
insmeerborstel:
insmē̜rbǫrsǝl (L163p Ottersum)
|
De borstel waarmee men het plaksel op het behang en de muren smeert. Vaak wordt als papborstel een blokwitter of een handveger gebruikt. [N 67, 94b]
II-9
|
32117 |
papegaaienbekprofiel |
papegaaienbek:
papǝgājǝnbɛk (L163p Ottersum)
|
Profiellijst met de vorm van een papegaaienbek, een bepaald soort afronding. Zie ook afb. 159. [N 55, 159; monogr.]
II-12
|
18194 |
paraplu |
paraplu:
perrepluuj (L163p Ottersum)
|
paraplu [N 23 (1964)]
III-1-3
|
30240 |
paren |
paren:
pǭrǝ (L163p Ottersum)
|
Tekens maken op de stukken hout die in een vergaring bij elkaar horen. Bij een kozijn worden de bijeenhorende stijlen doorgaans van een haakse en een schuine lijn en de dorpels van twee schuine lijnen voorzien. [N 55, 4a]
II-9
|