e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
praam praam: prām (Ottersum) Neusknijper om het paard in bedwang te houden. Een praam bestaat uit een houtje met een lus eraan, die rond de bovenlip van het paard wordt gelegd en met het houtje wordt aangedraaid. Er bestaan ook metalen neusknijpers met deze functie (zie o.a. de termen muilijzer, tandijzer en gebitijzer). [JG 1b, 1c, 2c; N 13, 85; N 33, 377 en 380; S 28; monogr.] I-10
prei porrei: parrïj (Ottersum), prei: prèj (Ottersum), prïj (Ottersum) prei I-7
preisoep preisoep: Syst. WBD  préjsoep (Ottersum) Preisoep (Poorsop?) [N 16 (1962)] III-2-3
prettig plezierig: Zöas hïj duut, da is nie é.rg plezierig ¯t Is nie plezierig wérke mit hum  plezierig (Ottersum) aangenaam, plezierig III-1-4
priem bennenpin: bɛnǝpen (Ottersum) Puntig werktuig dat bij het vlechten gebruikt wordt om openingen in het vlechtwerk te maken, zodat de opstaande wissen makkelijker in de bodem ingestoken kunnen worden. Zie ook afb. 273. [N 40, 49; monogr.] II-12
priem? (wbd) hooggeld: ⁄t heuggaelt (Ottersum) bedrag dat uitbetaald wordt aan degene die bij de eerste verkoping, i.v.m. de openbare verkoping van huizen e.d. [vgl. vraag 15a] het hoogste bod heeft gedaan [trekgeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
prijzen (mv.) prijzen: pri.s (Ottersum) prijzen (mv.) [RND] III-3-2
prikkeldraad pikkeldraad: pekǝldrǭt (Ottersum), pindraad: pendrǭt (Ottersum) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
proberen proberen: Zulle we ¯t ies ¯s prebie.re  prebie.re (Ottersum), verzoeken: Ik wil ¯t vör de lè.ste keer verzuuke  verzuu.ke (Ottersum) proberen || proberen, beproeven III-1-4
proen stukjes leem: støkskǝs lēm (Ottersum), triangel: triaŋǝl (Ottersum) Voorwerp van uiteenlopende vorm dat in de oven tussen de uit klei gevormde voorwerpen wordt geplaatst om te verhinderen dat ze aaneenbakken. Zie ook afb. 12. De colifichet (Q 95) was een van aardewerk gebakken driehoekige steun, gewoonlijk in de vorm van een driepuntige ster, die onder andere werd gebruikt voor geglazuurde waar in de oven of om, geschoven tussen stapels borden, te voorkomen dat de borden in de oven aan elkaar plakten. De triangel (Q 95) was een grote uitvoering van de colifichet (Endepols, pag. 195/434). [N 49, 89a; N 49, 89b; monogr.] II-8