e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ringrol, cambridgerol, puntrol ringelwals: reŋǝlwãls (Ottersum), ringelwel: reŋǝlwɛl (Ottersum) Dit lemma bevat benamingen voor a) de landrol die bestaat uit naast elkaar draaiende ringen van dezelfde diameter en met een V-vormige velg, b) de rol die bestaat uit afwisselend naast elkaar staande ringen met een V-vormige velg en ringen met een getande velg, c) de rol waarvan de cylinderomtrek voorzien is van priktanden. Zie afb. 83 en 84. [N 11A, 190; div.] I-2
ringrups ringelrups: WLD  ringelroeps (Ottersum) ringelrups, ringrups, kleurig gestreepte rups van de vlinder die zijn eitjes in een ring om de takken van bomen ne heesters legt [N 26 (1964)] III-4-2
rins amper: āmpər (Ottersum) lichtelijk zuur III-2-3
ripszijde ribzijde: rebzi-j (Ottersum) Zware zijde geweven in fijne ribbels. [N 62, 79b] II-7
ritnaald, larve van de kniptor koperworm: WLD  koperwörm (Ottersum) ritnaald, koperworm, schadelijke kniptor-larve die van plantenwortels leeft [N 26 (1964)] III-4-2
ritssluiting rits: rets (Ottersum), rits (Ottersum) Hoe noemt U een ritssluiting? [N 62 (1973)] || Treksluiting, sluitmiddel voor kleppen van kledingstukken, tassen en dergelijke, bestaande uit twee stroken met metalen klauwtjes die door een verschuifbaar plaatje in elkaar gehaakt worden (Van Dale, pag. 2417). [N 62, 63; MW] II-7, III-1-3
riviergrondel grondje: gru.ndje (Ottersum) grondel (vis) III-4-2
robertskruid steekneus: stèèkneus (Ottersum) robertskruid III-4-3
rochelen rochelen: róchele (Ottersum) rochelen [klieke, kwalsteren, kwaaieren] [N 10a (1961)] III-1-2
rode aalbes miemeren: miemere (Ottersum), sint-jansberen: sint-ja.nsbèèr (Ottersum) aalbes I-7