| 30656 |
teerkwast |
bokkepoot:
bokǝpōt (L163p Ottersum)
|
Kwast met ronde, stijve, korte haarbundel in een ijzeren beugel, die onder een hoek van ongeveer 450 aan een lange steel is bevestigd. De kwast wordt gebruikt voor teerwerk. [N 67, 43d]
II-9
|
| 29957 |
tegelsnijder |
tegelsnijder:
tēgǝlsnejǝr (L163p Ottersum)
|
Werktuig waarmee tegels gesneden kunnen worden. Er zijn verschillende modellen en uitvoeringen. De 'tegelsnijbeugel' bestaat uit een u-vormig gebogen metalen staaf waarbij aan één uiteinde een rubberen aandrukwiel en aan het andere een hardstalen wieltje is aangebracht. Met behulp van het snijwieltje wordt de glazuurlaag van de tegel ingekerfd. Bij de 'tegelsnijmachine' wordt het snijwieltje met behulp van een hefboom tegen de glazuurlaag van de tegel gedrukt. [N 32, 42a]
II-9
|
| 29958 |
tegeltang |
tegeltang:
tēgǝltaŋ (L163p Ottersum)
|
Tang waarmee kleine stukjes van een tegel geknipt kunnen worden. De tegeltang lijkt op een nijptang maar heeft smallere bekken en langere benen. [N 32, 42b]
II-9
|
| 29927 |
tegelzetter |
tegelzetter:
tēgǝlzętǝr (L163p Ottersum)
|
Arbeider die in een bouwwerk de vloer- en muurtegels plaatst. [N 32, 41d; N 30, 3e]
II-9
|
| 31863 |
tegen de draad in schaven |
tegen de draad in schaven:
tē̜gǝ dǝ drǭt˱ in sxāvǝ (L163p Ottersum)
|
Tegen de richting van de houtvezels schaven. [N 53, 115]
II-12
|
| 31896 |
tegen de draad inschuren |
tegen de keer in schuren:
tē̜gǝ dǝ kē̜r in sxūrǝ (L163p Ottersum)
|
Het hout tegen de richting van de houtvezels schuren. [N 53, 155f]
II-12
|
| 30304 |
tegengewichten |
raamgewichten:
rāmgǝwextǝ (L163p Ottersum)
|
De twee tegengewichten die in het kokergat van een schuifraam hangen en dienen om het openen van het onderraam te vergemakkelijken. [N 55, 49e]
II-9
|
| 28995 |
tegenzomen, tegennaaien |
tegenzomen:
tegenzomen (L163p Ottersum)
|
Tegen iets anders aan zomen. [Gi 1.IV, 31]
II-7
|
| 31983 |
tekenaar |
tekenaar:
tęjkǝnar (L163p Ottersum)
|
De persoon die de werktekeningen maakt. [N 53, 205c]
II-12
|
| 30619 |
temperen |
ondereenroeren:
ōndǝrɛnrȳrǝ (L163p Ottersum)
|
Het vermengen van de droge verfstoffen met olie. [N 67, 26a]
II-9
|