28823 |
valencienneskant |
valencienneskant:
valɛnsięnkānt (L163p Ottersum)
|
Katoenen of linnen kant in tulebinding. Bobbinetgoed (Bonthond s.v. ø̄Valenciennekantø̄). [N 62, 81b]
II-7
|
30138 |
vallende tand |
tandsgewijs profiel:
tants˲gǝwīs profil (L163p Ottersum)
|
k˲valǝndǝ tsa [N 31, 28a; monogr.]
II-9
|
19051 |
vals |
vals:
Mi.nsekiender, wa keek dèn kèl va.ls
va.ls (L163p Ottersum)
|
vals, gemeen
III-1-4
|
32058 |
vals verstek |
vals verstek:
vals ˲vǝrstɛk (L163p Ottersum)
|
Hoekverbinding waarbij de uiteinden van de twee delen niet onder een hoek van 45° tegen elkaar staan of waarbij beide delen niet even breed zijn. Zie ook afb. 144. [N 54, 57b]
II-12
|
29107 |
valse plooi |
valse plooi:
valsǝ plǫj (L163p Ottersum)
|
Valse plooi of vouw, die er niet hoort. [N 62, 48; MW]
II-7
|
29982 |
valsteiger |
valsteiger:
val[steiger] (L163p Ottersum)
|
Noodvloer die onder de steigervloer moet liggen wanneer deze meer dan 4 m boven de begane grond komt. Wanneer men een nieuwe steigerverdieping heeft aangebracht, wordt de oude werkvloer doorgaans als valsteiger gebruikt. Zie voor de niet fonetisch gedocumenteerde vormen van de woorddelen '-(steiger)' en '-(stelling)' het lemma 'Steiger'. [N 32, 6; monogr.]
II-9
|
34497 |
van de leg afraken |
afzakken:
(de kip is) afxǝzakt (L163p Ottersum),
ruizelen:
rȳzǝlǝ (L163p Ottersum)
|
[N 19, 50b; N 19, Q 111 add.; monogr.]
I-12
|
33221 |
van uitlopers ontdoen |
afpemen:
afpēmǝ (L163p Ottersum)
|
Zoals in het vorige lemma is opgemerkt beginnen soms de aardappelen die in een kelder of kuil bewaard worden te schieten. Hier staan de benamingen voor het verwijderen van dergelijke uitlopers bijeen. Indien niet anders aangegeven is het object steeds "aardappelen". Voor de documentatie van scheuten, zie lemma Scheut, resp. Uitlopers Van Kuilaardappelen [N M, 17b; monogr.]
I-5
|
34489 |
van veren wisselen |
ruizelen:
rȳsǝlǝ (L163p Ottersum),
rȳzǝlǝ (L163p Ottersum)
|
[N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.]
I-12
|
31872 |
vandiktebank |
vandiktebank:
vandektǝbāŋk (L163p Ottersum)
|
Schaafmachine waarmee hout aan twee kanten tegelijk van dikte geschaafd kan worden. Zie ook het volgende lemma en afb. 54. [N 53, 85c; monogr.]
II-12
|