e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

Gevonden: 4473
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boerenwormkruid pierekruid: pie.rekruud (Ottersum) boerenwormkruid III-4-3
boerenzwaluw, zwaluw zwalf: zwèlf (Ottersum), zwélf (Ottersum), zwɛləvə (Ottersum) boerenzwaluw (19 roodachtig keeltje; zeer puntige vorkstaart; nest van klei en sprietjes binnenin een schuur [N 09 (1961)] || zwaluw || zwaluw (mv.) [RND] III-4-1
boezeroen boezeroen: bazzeroel (Ottersum) boezeroen, blauwlinnen of katoenen (boeren)overhemd [boezeloen, bazeoren, bazzeroel] [N 23 (1964)] III-1-3
bok van het rijtuig zit op de schei: zet op˱ dǝ sxęi̯ (Ottersum) Zitplaats voor de koetsier of de voerman. Alleen bij het rijtuig vormt de bok een vast onderdeel. Bij de kar en de wagen wordt soms een plank tussen de berries gelegd die als ge√Ømproviseerde zitplaats dient. Uit vragenlijst N 101, waar gevraagd werd naar de zitplaats van de voerman van een rijtuig, kwamen vrijwel uitsluitend opgaven van het type bok. [N 17, 38a-b + 40 + add; N G, 58d; N 101, 18a; monogr.] I-13
bokken bokken: bøk (Ottersum) Het onderstel waarop de plank met werkstukken rust. [N 49, 29b] II-8
bokking bokkem: bøkəm (Ottersum) bokking (gerookte haring) III-2-3
bolle wangen toetwangen: tōētwange (Ottersum) wang: bolle wangen [toetwange, zwabberkaken, volle maan] [N 10 (1961)] III-1-1
bolrijs bolrijs: bǫlrīs (Ottersum) De rijsperiode na het opbollen. Bij de rijs op de bol moet men de bollen beschermen tegen afkoeling en tocht om te verhinderen dat de buitenkant der bollen uitdroogt (Schoep blz. 100). [N 29, 35c; N 29, 35a] II-1
bolschaaf ronde schaaf: rōndǝ sxāf (Ottersum) Schaaf met een over de breedte bolvormig gebogen zool, die wordt gebruikt om holle profielen te kunnen bewerken. De bolschaaf vormt met de holschaaf een bijeenhorend paar. Zie ook afb. 45. Bij de naamgeving voor de bol- en holschaaf gaan de respondenten zowel uit van de vorm van de zool van de schaaf als van het resultaat dat de bewerking met de schaaf op het hout heeft: de bolschaaf vormt holle profielen, de holschaaf bolle. [N 53, 71b] II-12
bolster van de okkernoot boest: boest (Ottersum), buust (Ottersum) bast I-7