e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

Gevonden: 4473
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwak, slap zwak: zwak (Ottersum) zwak [DC 02 (1932)] III-1-1
zwaluwstaartmachine zwalfstaartenmachine: zwɛlfstartǝmǝšin (Ottersum) Machine voor het maken van zwaluwstaartverbindingen. Zie ook de lemmata ɛzwaluwstaartɛ, ɛhele gleufzwaluwstaartɛ, etc. in de paragraaf over de houtverbindingen.' [N 53, 230] II-12
zwaluwstaartverbinding zwalfstaarttand: swɛlfstarttānt (Ottersum) In het algemeen een verbinding waarbij een soort pen, uitgesneden in de vorm van een zwaluwstaart aan het einde van het ene stuk hout, wordt gevoegd in een inkeping van dezelfde vorm aan het einde van het andere stuk. Zie ook afb. 133. [N 54, 55a; A 18, 39e; monogr.] II-12
zwanebloem liest: liest (Ottersum) waterlis III-4-3
zwart pak zondagspak: zondagspak (Ottersum) pak, zwart ~, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 23 (1964)] III-1-3
zwarte bladluis bladluis: WLD  bladluus (Ottersum) bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)] III-4-2
zwarte kraai, kraai kraai: kraej (Ottersum), krääj (Ottersum), winterkraai: wi.nterkrääj (Ottersum), zaadzak: zaodzak (Ottersum) kraai || kraai, zwarte en bonte ~ (47 als roek [076] zonder kale plek; veren niet zo slordig en met groenige glans; broedt eenzaam in bos; roep [korrr] [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte nachtschade duivelskrallen: duu.velskral (Ottersum) nachtschadebes III-4-3
zwarte staar (het heeft een) lopend oog: lōpǝnt ōx (Ottersum) Deze vorm van staar, waarbij het netvlies en de oogzenuw verlamd zijn, openbaart zich door blindheid en onbeweeglijkheid van de pupil bij verschillend licht. Het oog behoudt wel zijn natuurlijke kleur, vorm en glans, zodat een leek de kwaal gewoonlijk niet of eerst laat vaststelt, maar de kenner ontdekt haar aan de strakke uitdrukking van het paard met "staande ogen" en de onbeweeglijkheid van de pupil. [A 48A, 39b; N 52, 26] I-9
zwavelstok strijkhoutje: striekhôöltje (Ottersum) zwavelstokken, de vroegere lucifers (zwevelstok, -stek, sollefert, solverstekske) [N 20 (zj)] III-2-1