24930 |
zwavelx |
zwavel:
zwavel (L163p Ottersum),
zwèvel (L163p Ottersum)
|
zwavel [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
33995 |
zweep |
zweep:
zwęp (L163p Ottersum)
|
Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.]
I-10
|
34214 |
zweep van de koeherder |
geerd:
gęrt (L163p Ottersum)
|
Zweep om bijvoorbeeld de koeien naar de stal te brengen. [N 18, 146]
I-11
|
18056 |
zweet |
zweet:
zweet (L163p Ottersum, ...
L163p Ottersum)
|
zweet [N 10 (1961)]
III-1-2
|
25474 |
zweetdoek |
zweetdoek:
zweetdoek (L163p Ottersum)
|
Een halsdoek door de bakker heel waarschijnlijk gedragen om het zweet aan de nek op te vangen, waardoor verkoudheid voorkomen kan worden. [N 29, 102f]
II-1
|
22826 |
zwemmen |
zwemmen:
zwEme (L163p Ottersum),
zwɛmən (L163p Ottersum)
|
zwemmen [GTRP (1980-1995)], [RND]
III-3-2
|
30102 |
zwemstenen |
bimsstenen:
%%bij de volgende varianten wordt de slot -s van het woord bims niet uitgesproken%%
bimsstēn (L163p Ottersum),
poriso-stenen:
prisostēn (L163p Ottersum)
|
Zwemstenen of drijfstenen zijn benamingen voor een zeer lichte kunststeen, vervaardigd uit puimsteengruis (bimszand) en hydraulische kalk. Het gruis wordt daartoe met ongeveer 1/9 van zijn gewicht aan waterkalk dooreengemengd. Dit mengsel wordt in ijzeren vormen geschept, beklopt en, van de vormen ontdaan, op rekken te drogen gezet. Na enige dagen worden de stenen op hopen gezet en na enige maanden zijn zij gereed voor gebruik. Zwemstenen worden hoofdzakelijk voor binnenwerk gebruikt en isoleren dankzij hun grote poreusheid goed warmte en geluid. 'Ytong' en 'Poriso' zijn merknamen. [N 30, 54e]
II-9
|
26367 |
zwengel |
zwengel:
zweŋǝl (L163p Ottersum)
|
Soort van gebogen arm met een haaks daarop aangebrachte handgreep waarmee met de hand of door middel een trede boor- en andere machines in beweging worden gebracht. Zie ook het volgende lemma. [N 33, 281]
II-11
|
32841 |
zwenghout, spoorstok |
haampje:
hęmkǝ (L163p Ottersum),
hangknuppel:
haŋknøpǝl (L163p Ottersum)
|
Het dwarshout waaraan van voren de strengen of trekkettingen van het paard bevestigd zijn en dat van achteren aan een akkerwerktuig (ploeg, eg, e.d.) gekoppeld is. Zie afb. 98. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; JG 2b-4, 3; N 11, 34a; N 11A, 103 + 103e; N 17, 69a add.; L 34, 11 add.; L 49, 26 add.; A 30, 26 add.; G 1, 26 add.; div.; monogr.]
I-2
|
18005 |
zweten |
zweten:
zweete (L163p Ottersum)
|
zweten [N 10a (1961)]
III-1-2
|