e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

Gevonden: 4473
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
breekijzer breekijzer: brē̜k˱īzǝr (Ottersum) Vierkante, naar onderen plat uitgesmede beitel van staal of van gehard of verstaald ijzer die dient voor het slopen van hout- of metselwerk. Voor zwaar sloopwerk zijn er ook ronde uitvoeringen van dit werktuig, 70 tot 80 cm lang, met plat uitgesmeed einde. Zie voor een afbeelding van het breekijzer ook Wld ii.9, pag. 17, lemma "steenbeitel". [N 33, 114; N 53, 43a] II-11
breken van leem- of koffiebanken losbreken: losbrē̜kǝ (Ottersum) Het breken van leembanken of de donkerbruine, harde laag in zandige grond, de koffiebank genaamd. Dit deed men met een schop, een hak of een bepaald soort ploeg. [N 27, 13a; N 27, 13b] I-8
brem brem: brem (Ottersum), brèm (Ottersum) brem [Roukens 03 (1937)] III-4-3
bretel galg: galge (Ottersum) bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)] III-1-3
brief brief: brî:f (Ottersum) brief [RND] III-3-1
briesen pruisten: prustǝ (Ottersum) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
briket eierkolen: eͅi̯ərkōͅlə (Ottersum) eierkolen III-2-1
broeden speculeren over: spiekelie.r nów mar nie langer, gôt gewoon mit  spiekelie.re (Ottersum), zie spiekelie.re  spikkelie.re (Ottersum) peinzen, uitdokteren III-1-4
broeden, op eieren zitten broeden: brui̯ǝ (Ottersum) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren kloek: kluk (Ottersum) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12