e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

Gevonden: 4473
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broedse kip die men niet wil laten broeden broedse hoen: brui̯sǝ hun (Ottersum), kloekse kip: kluksǝ kip (Ottersum) [N 19, 43b] I-12
broeien broeien: brøjǝn (Ottersum), broelingen: (men heeft) gǝbrøjǝliŋt (Ottersum) Het varken met heet water begieten om de haren en de opperhuid te weken, opdat de haren gemakkelijk afgekrabd kunnen worden. [N 28, 19; monogr.] II-1
broeiglas broeiglas: brujglas (Ottersum) Groen gekleurd glas dat vroeger door tuinders voor broeibakken en kassen werd gebruikt. [N 67, 89h] II-9
broek achterriem: ɛxtǝrrīm (Ottersum) De horizontale riem van het achterhaam die om de billen van het paard loopt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 75; monogr.] I-10
broek: algemeen boks: bóks (Ottersum) broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] III-1-3
broekgesp boksensnal (<du.): bóksesnal (Ottersum) sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] III-1-3
broekland, moeras moeras: moeras (Ottersum, ... ) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broekspijp boksenpijp: bóksepiepe (Ottersum), bóksepīēp (Ottersum) Hoe noemt U de pijp van een broek? [N 62 (1973)] || pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3
broeksriem boksenband: bóksembaand (Ottersum) band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak achter tas op de kont: tès op de koont (Ottersum) zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)] III-1-3