20721 |
dun sneetje brood |
fliertje:
fliertske (L163p Ottersum),
kaartenblaadje:
Syst. WBD
kaorteblèdje (L163p Ottersum),
schervel:
sxirvəl (L163p Ottersum)
|
schijfje, plakje || Welke woorden kent Uw dialect voor: een dun schijfje of sneetje brood of vlees? (vlitske, fliesterke, fluusterke?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18685 |
dunne sjaal |
sjaal:
sjaal (L163p Ottersum)
|
sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)]
III-1-3
|
17895 |
duwen |
duwen:
douwə (L163p Ottersum)
|
duwen [RND]
III-1-2
|
33196 |
duwer van de aanaardhandploeg |
stuurboom:
styrbǫm (L163p Ottersum)
|
Zie de toelichting bij het lemma Aanaardhandploeg. [N 18, 46c]
I-5
|
32912 |
dwarsbalk van de hooihark |
dwarsbalk:
dwarsbalǝk (L163p Ottersum)
|
De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b]
I-3
|
32772 |
dwarsbalkjes, egscheien |
scheien:
sxęi̯ǝ (L163p Ottersum),
tussenbalkjes:
tøsǝbɛlǝkskǝs (L163p Ottersum),
warsbalken:
wars˱bɛlǝk (L163p Ottersum)
|
De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.]
I-2
|
31985 |
dwarsdoorsnede |
doorsnede:
dø̜rsnej (L163p Ottersum)
|
Een getekende, dwarse doorsnede van een werkstuk, bijvoorbeeld van een meubel. [N 53, 205d]
II-12
|
19345 |
dwarsdrijver |
dwarsdrijver:
Dèn dwarsdrie.ver zal ¯t noojt mit ów èèns zien
dwarsdrie.ver (L163p Ottersum)
|
dwarsligger
III-1-4
|
30273 |
dwarsklampen |
dwarsklampen:
dwarsklāmpǝ (L163p Ottersum)
|
De horizontale planken in het geraamte van de deur met vergaring. [N 55, 23c]
II-9
|
33326 |
dwarsstuk van de t-vormige hoeve |
voorhuis:
vø̜rhȳs (L163p Ottersum)
|
Bedoeld is het bouwdeel waarin zich het woongedeelte bevindt; dit kan eventueel ook het woongedeelte van de L-vormige bouw zijn. Zie de toelichting bij het lemma "L-vormige hoeve" (1.2.2). Vergelijk ook kaart 4 en afbeelding 4. [N 4A, 2d]
I-6
|