34001 |
inspannen |
inspannen:
ē.nspanǝn (L314p Overpelt)
|
Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74]
I-10
|
20827 |
inzouten |
zouten:
zoauten (L314p Overpelt)
|
zouten [ZND 08 (1925)]
III-2-3
|
21562 |
italiaan |
italiaan:
dɛ is nɛn itɛliən (L314p Overpelt)
|
Dat is een Italiaan. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
34074 |
jaarring |
kalfring:
kalfreŋ (L314p Overpelt)
|
Jaarlijkse ringvormige verdikking aan de hoorns. [N 3A, 106b]
I-11
|
18259 |
jak |
jak:
jak (L314p Overpelt),
jakje:
jekske (L314p Overpelt)
|
jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)]
III-1-3
|
18996 |
jaloers |
jaloers:
ook materiaal znd 27, 44
zjaloersch (L314p Overpelt)
|
jaloers [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19927 |
janken |
janken:
jaŋkən (L314p Overpelt)
|
janken [ZND A1 (1940sq)]
III-2-1
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
Hir is vōdər zən jas ən mūdər hør gəlt; vadər zən ku ən vōdər zən hōnt (L314p Overpelt),
hɛj is voədərəs jas ɛn muwdər hør gɛltm voədərəs kuz, voədər zɛnɛn hond (L314p Overpelt),
jas (L314p Overpelt, ...
L314p Overpelt)
|
jas [ZND 08 (1925)], [ZND B1 (1940sq)] || Jas. Hier is vader zn jas en moeder haar geld... [ZND 44 (1946)]
III-1-3
|
24556 |
jeneverbes |
braambeer:
?
brombei:r (L314p Overpelt),
braamberenstruik:
?
brombei:rəstru:k (L314p Overpelt),
hagenteer:
[hög6ter*]
hageteer (L314p Overpelt),
hagenteerbeer:
[hög6te:rbe:r]
hageteerbeer (L314p Overpelt),
jeneverbeer:
jeneverbeer (L314p Overpelt),
klijsterbeer:
klĭn(s)tèrber (L314p Overpelt),
moerbeer:
-
mu:rbe:r (L314p Overpelt),
moerberenstruik:
-
mu:rbe:rəstru:k (L314p Overpelt),
moosbeer:
-
mo:sbe:r (L314p Overpelt),
moosberenstruik:
-
mo:sbe:rəstru:k (L314p Overpelt)
|
jeneverbes (Juiniperus communis L.) [ZND 34 (1940)] || jeneverbes (Juniperus communis L.), de struik [ZND 49 (1958)] || jeneverbes (Juniperus communis L.), de vrucht [ZND 49 (1958)]
III-4-3
|
20405 |
jeugd, jongelieden |
jeugd:
jucht (L314p Overpelt)
|
jeugd, dat is goed voor de jeugd (de jonge lieden) [ZND 36 (1941)]
III-2-2
|