e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Overpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerkhof kerkhof: həet kɛrkoͅf (Overpelt), kerkhof (Overpelt), o  kɛrkoͅf (Overpelt) Kerkhof. [ZND 14 (1926)] III-3-3
kerkklok klok: de klepel van de klok (Overpelt) De klepel van de klok. [ZND 28 (1938)] III-3-3
kerkuil kerkuil: keͅrəky(3)̄l (Overpelt) uil: kerkuil (34 gespikkeld oranje boven, wittig onder; hartvormig gezicht; broedt boven in grote schuren en torens; roep [chchchchchchch] [N 09 (1961)] III-4-1
kermis kermis: in kermis (Overpelt), kERemes (Overpelt), kɛrəməs (Overpelt), mēͅrgxən is het kermis (Overpelt), moeiregen ist kermes (Overpelt) kermis [GTRP (1980-1995)], [RND] || Kermis. [Willems (1885)] || Morgen is het kermis. [ZND 39 (1942)] III-3-2
kermismolen kermismolen: puntje onder de e in mes  nə keͅrmesmølən (Overpelt) Een kermismolen. [ZND B1 (1940sq)] III-3-2
kermistent kermistent: puntje onder beide es in kermes  ən kermesteͅnt (Overpelt) Een kermistent. [ZND B1 (1940sq)] III-3-2
kern kern: kɛn (Overpelt) Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15] I-11
kersenpannenkoek kersenkoek: Syst. Frings  kī.rsəkuk (Overpelt) Pannekoek met kersen (kersekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
kerstmis kerstmis: karsmis (Overpelt), ka͂rsəməs (Overpelt), kosmes (Overpelt), koͅrsmis (Overpelt), kəstmis (Overpelt) Hoe vertaalt men in uw dialect: Kerstmis? [ZND 20 (1936)] || Kerstmis. [ZND 42 (1943)] III-3-3
ketsgereedschap ketsgetuig: keͅts˃gety(3)̄x (Overpelt) slagpen, stalen ~ en vuursteen in de tondeldoos te zamen (ketsgetuig) [N 20 (zj)] III-2-1