e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Overpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kieskauwerig kriemig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kriemig (Overpelt) kieskeurig [ZND 27 (1938)] III-2-3
kietelen kietelen: kidələn (Overpelt, ... ) kietelen [ZND A1 (1940sq)] || kittelen [ZND B1 (1940sq)] III-1-2
kieuwen kieuwen: ook in ZND 27, 084  kieuwen (Overpelt) kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)] III-4-2
kievit kievit: kivit (Overpelt) kievit (31 ronde vleugels; kuifje; bekend van de eierenraperij [N 09 (1961)] III-4-1
kikker kwakvors: kwakfoͅrs (Overpelt), kwakvors (Overpelt), kwakvōͅs (Overpelt), ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004  kwakvo(r)s (Overpelt) kikvors [ZND 01 (1922)], [ZND B2 (1940sq)] || kikvors, puit [RND] III-4-2
kikkerdril kwakvorsengerei: kwakfoͅrsəgərɛi̯ (Overpelt) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)gerei: kwakfoͅrsəgərɛi̯ (Overpelt) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkervisje dikkopje: dikkupke (Overpelt), koelekopje: ky(3)̄ləkōͅpkə (Overpelt) kikkervisje [ZND 34 (1940)] III-4-2
kin kin: ken (Overpelt) kin [N 10b (1961)] III-1-1
kind (algemene benaming) kind: keent (Overpelt), kind (Overpelt, ... ), kīnd (Overpelt) kind [ZND 08 (1925)] || kind (een - dopen) [ZND 23 (1937)] || kind; mijn lief kind, blijf hier beneden staan, de kwade ganzen bijten u dood [ZND 04 (1924)] III-2-2