e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Overpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lammetjespap boekweitsepap: Syst. Frings  bugəzəpap (Overpelt) Pap van boekweitmeel (lemmekespap?) [N 16 (1962)] III-2-3
lamp lamp: lāmp (Overpelt, ... ) lamp [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1
lampenpit wiek: wik (Overpelt) lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] III-2-1
land land: land (Overpelt) land [ZND 29 (1938)] III-3-1
landerijen land: lant (Overpelt), lɛ̄nt (Overpelt) Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8
landrol wel: wɛl (Overpelt) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
landstreek streek: strek (Overpelt) streek [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
lang leven lang leven: znd 30, 15;  laank leeven (Overpelt), lang laiven (Overpelt) lang leven [ZND 30 (1939)] III-2-2
lange broek lange broek: ’n lang broek (Overpelt) lange broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] III-1-3
lange neus lange neus: lanə nus (Overpelt), laŋə nøs (Overpelt) een lange neus [ZND 39 (1942)] III-1-1