34528 |
roep- en lokwoord voor de kip |
tiet, tiet, tiet:
tīt, tīt, tīt (L314p Overpelt),
tjiep, tjiep, tjiep:
tjip, tjip, tjip (L314p Overpelt)
|
Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.]
I-12
|
34379 |
roep- en lokwoord voor een big |
kuus, kuus, kuus:
kys, kys, kys (L314p Overpelt)
|
Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.]
I-12
|
34529 |
roep- en lokwoord voor het kuiken |
sjiep:
šīp (L314p Overpelt)
|
[N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.]
I-12
|
34377 |
roep- en lokwoord voor het varken |
kuus, kuus:
kys, kys (L314p Overpelt),
kuus, kuus, kuus:
kys, kys, kys (L314p Overpelt)
|
In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r]
I-12
|
34442 |
roep- en lokwoorden voor het lam |
lemmen, lemmen:
lęmǝ, lęmǝ (L314p Overpelt)
|
[N 19, 74b; VC 14, 2k (R]
I-12
|
21652 |
roeper |
roeper:
ps. omgespeld volgens IPA.
rūpər (L314p Overpelt)
|
afslager: Hoe heet bij de openbare verkoping van goederen degene die de verkoping leidt [afslager, uitroeper, roeper?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34460 |
roepwoord voor de geit |
met, met, met:
męt, męt, męt (L314p Overpelt),
mettetje:
mętǝkǝ (L314p Overpelt)
|
[N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.]
I-12
|
34461 |
roepwoord voor de jonge geit |
mettetje:
mętǝkǝ (L314p Overpelt)
|
[N 19, 74f; VC 14, 2m -r-]
I-12
|
24236 |
roerdomp |
roerdomp:
rū.rdō.mp (L314p Overpelt)
|
roerdomp (76 bruingestreepte, geheimzinnige rietvogel die in het voorjaar een ver hoorbaar geluid laat horen [ehh-hóémmmmm], lijkend op loeien van een koe of geluid van een misthoorn; er is nog een kleine soort die blaft als een hondje [N 09 (1961)]
III-4-1
|
20819 |
roeren |
roeren:
ruren (L314p Overpelt, ...
L314p Overpelt),
rurən (L314p Overpelt),
ryrən (L314p Overpelt)
|
In de soep roeren. [ZND 41 (1943)] || roeren [ZND A2 (1940sq)]
III-2-3
|