34165 |
verlopen |
niet behouden:
(de koe heeft) ni bǝhau̯wǝ (L314p Overpelt),
verlopen:
vǝrlupǝ (L314p Overpelt)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
25098 |
vernielen |
vernielen:
vernielen (L314p Overpelt)
|
vernielen [ZND 08 (1925)]
III-4-4
|
34233 |
verse koe |
verse:
vōrsǝ (L314p Overpelt),
vǭrsǝ (L314p Overpelt)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
22434 |
versieren (met bloemen) |
sieren:
sieren (L314p Overpelt)
|
Versieren. [Willems (1885)]
III-3-2
|
18226 |
versleten |
versleten:
versleten (L314p Overpelt, ...
L314p Overpelt)
|
verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)]
III-1-3
|
32918 |
verspreid gras |
gebroken gezwad:
gǝbrōkǝ gǝzwǫǝt (L314p Overpelt),
sprei:
spręi̯ǝ (L314p Overpelt)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
17625 |
verstandskies |
verstandstand:
vərstantstānt (L314p Overpelt)
|
verstandskies (wijsheidstand) [N 10b (1961)]
III-1-1
|
22349 |
verstoppertje spelen |
verstoppertje spelen:
verstopperke spelen (L314p Overpelt),
/
verstopperke spelen (L314p Overpelt)
|
/ [SND (2006)] || Lievelingsspel 1. [SND (2006)]
III-3-2
|
34235 |
verstopte speen |
verstopte deem:
vǝrstǫptǝ dēm (L314p Overpelt)
|
Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a]
I-11
|
18140 |
verstuiken |
verstuiken:
verstŏĕkt (L314p Overpelt)
|
ik heb mijn voet verstuikt [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|