22655 |
drijftol |
dop:
dop (L314p Overpelt),
nən doͅp (L314p Overpelt),
ijsdop:
i:sdoͅp (L314p Overpelt),
iesdop (L314p Overpelt),
īsdoͅp (L314p Overpelt),
(ijs)
iesdop (L314p Overpelt),
Vgl. pag. 284: Dass die iesdop-Formen in Südostlimburg einmal mit derjenigen von Buggenum und von Budel, Sint Huibrechts Lille, Overpelt ein geschlossenes Gebiet gebildet haben, lässt sich nicht beweisen.
iesdop [īzdoͅp} (L314p Overpelt)
|
Drijftol (speeltuig door middel van een zweep door kinderen gedreven). [ZND 16 (1934)] || Een drijftol (bij middel van een zweep gedreven). [ZND B1 (1940sq)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [Lk 03 (1953)] || Peitschkreisel.
III-3-2
|
17862 |
dringen |
dringen:
driŋən (L314p Overpelt)
|
dringen [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
33366 |
drinkbak voor de koeien |
bak:
bak (L314p Overpelt)
|
Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
19575 |
drinkbeker |
aarden kruik:
e̝ͅrdəkrūk (L314p Overpelt)
|
drinkbeker, aarden of stenen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20499 |
drinken |
drinken:
drinken (L314p Overpelt)
|
drinken [Willems (1885)]
III-2-3
|
34333 |
drinken bij de zeug |
zuiken:
zuikǝ (L314p Overpelt)
|
Het zuigen of drinken bij de zeug, gezegd van de big. [N 19, 21a]
I-12
|
19574 |
drinkglas |
glas:
gloas (L314p Overpelt),
gloͅəs (L314p Overpelt),
pint:
pent (L314p Overpelt),
pēnt (L314p Overpelt)
|
drinkglas [RND] || drinkglas zonder voet [N 20 (zj)] || glas [ZND 35 (1941)], [ZND A2 (1940sq)]
III-2-1
|
19562 |
drinkglas met voet |
kapper:
kapər (L314p Overpelt)
|
drinkglas met een voet (kapper, kopper(tje)) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
33672 |
drinkkuil in de wei |
drinkkuil:
drēŋkul (L314p Overpelt),
put:
pøt (L314p Overpelt)
|
Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.]
I-8
|
20564 |
droesem |
bezinksel:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
bezinksel (L314p Overpelt),
dras:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m (koffie)
drās (L314p Overpelt),
zinksel:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m (wijn)
zinksel (L314p Overpelt)
|
droesem [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|