e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Paal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kaak kaak: kāk (Paal), kowək (Paal) een kaak (Fr. joue) [ZND A2 (1940sq)] || kaak [N 10b (1961)] III-1-1
kaakbeen(rand) kaaksbeen: kowəksbijən (Paal) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd kletskop: kleͅtskop (Paal) kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)] III-1-1
kaal duivenjong kwakkenjong: kwakəjoŋ (Paal) Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
kaam schuim: sxājǝm (Paal) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaantjes kaaitjes: koaikəs (Paal), krapjes: krɛbəkəs (Paal), krappen: krabə (Paal) Hoe heten de vetklonters, die overblijven, als runds of varkensvet wordt gesmolten? (kaan) [ZND 02 (1923)] || kanen [Goossens 1b (1960)] III-2-3
kaar bak: bak (Paal), korenbak: kōrǝbak (Paal) Trechtervormige bak boven de bovenste molensteen waarin het te malen graan wordt gestort. Zie ook afb. 78. [N O, 19i; N O, 41a; A 42A, 37; N D, 11; Sche 51; Vds 148; Jan 155; Coe 136; Grof 157; monogr.] II-3
kaars kaars: ke̝ͅs (Paal) kaars [RND] III-2-1
kaarsendomper domper: dumpər (Paal) kaarsendomper, d.i. het metalen horentje waarmee de kaars uitgedoofd werd? [ZND 36 (1941)] III-2-1
kaart met prentje prentje: prentje (Paal) Een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje]. [N 88 (1982)] III-3-2