e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Paal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
persoon die alles kwijt is uitgemolken bonte koe: utgemolken bonte koei (Paal) Hoe heet iemand die alles bij het spel (bijvoorbeeld bij het knikkeren) heeft verloren? [ZND 29 (1938)] III-3-2
persoon met een lastig karakter geen gemakkelijke: `t es giene gemekkelijken (Paal), `t es ginne gemekkelèke (Paal) Hij is niet gemakkelijk, ... niet mak (een lastig karakter). [ZND 38 (1942)] III-1-4
perzik pche (fr.): pīəs (Paal, ... ) [ZND 05 (1924)]perzik [ZND 05 (1924)] I-7
perzikkruid reutsel: rø̄tsǝl (Paal) Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5
pet met brede klep loerklak: lowərklak (Paal) pet met brede klep [loerklak] [N 25 (1964)] III-1-3
pet met opstaand bovenstuk zijden klak: zaiə klak (Paal) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)] III-1-3
pet: algemeen klak: klak (Paal, ... ) pet (hoofddeksel voor jongens) [ZND B1 (1940sq)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)] || pet, muts, klak [RND] III-1-3
peterselie peterselie: petərsē.li (Paal), pītərselī (Paal) [Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] I-7
petroleumlamp pètrole-lamp: pətroͅllamp (Paal) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
peul hool: holen  hōlə (Paal), peul: pool (Paal) de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)] || groene schaal waarin erwten en bonen zitten [ZND 40 (1942)] III-2-3