20667 |
preisoep |
poorsoep:
Syst. IPA
pōͅrso̞ͅp (K357p Paal)
|
Preisoep (Poorsop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
22687 |
prent(je) |
beeld(je):
bee is kort
e schoeën bee-le-ke (K357p Paal)
|
Een schoon beeldeken (Fr. image). [ZND 21 (1936)]
III-3-2
|
29943 |
priemen |
priemen:
%%de volgende opgaven zijn enkelvoud%%
prīm (K357p Paal)
|
De twee pennen aan de uiteinden van het metselkoord waarmee het tijdens het metselen wordt vastzet. De priemen worden ook gebruikt om het koord na gebruik op op te rollen. Zie ook afb. 4. Volgens de invuller uit Q 121c worden thans met de toepassing van profielen geen priemen meer gebruikt. In P 176 noemde men het spannen van het metselkoord met behulp van de priemen: 'de koord opsteken' ('dǝ kōt˱ ǫpstēkǝ'). In L 291 gebruikte men geen priemen, maar zette men het metselkoord met behulp van vierduimse spijkers vast. [N 30, 14b; monogr.]
II-9
|
23307 |
priestersteek met ronde luifel |
steek:
ste:k (K357p Paal)
|
priestersteek met ronde luifel [N 25 (1964)]
III-3-3
|
22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
prɛ.zə (K357p Paal)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
33740 |
prikkeldraad |
pinnetjesdraad:
penǝkǝsdrāt (K357p Paal),
penǝkǝsdrǭǝt (K357p Paal)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
22356 |
priktol |
dop:
dop (K357p Paal),
nən dòp (K357p Paal)
|
Een priktol (werptol). [ZND B1 (1940sq)] || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)]
III-3-2
|
17742 |
proeven |
proeven:
proͅyvə (K357p Paal),
prøͅivə (K357p Paal),
prøͅi̯və (K357p Paal)
|
proeven [ZND A2 (1940sq)] || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)]
III-1-1, III-2-3
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
van d`occasie profiteeren (K357p Paal)
|
Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
pluim:
pla.im (K357p Paal, ...
K357p Paal),
plaim (K357p Paal)
|
pluim [ZND m] || pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)] || pronkveer op een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|