e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Paal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sneeuwen sneeuwen: sniəvə (Paal) sneeuwen [ZND B2 (1940sq)] III-4-4
sneeuwx sneeuw: snigəf (Paal), snīəf (Paal, ... ), snêêf (Paal) sneeuw [RND], [ZND 04 (1924)], [ZND 07 (1924)] || sneeuw [schimmel] [N 22 (1963)] III-4-4
sneltrein expres (<fr.): nen expres (Paal), ⁄n expresse (Paal), nen dof  nen expres (Paal), sneltrein: als Fr. train  ne sneltrein (Paal) Sneltrein. [ZND 35 (1941)] III-3-1
snikken snoffen: snofə (Paal), snūfə (Paal) snikken [snoffe] [N 10 (1961)] III-1-4
snoeien snoeien: snoeien (Paal) [ZND 34 (1940)] I-7
snoepen sneuken: snøkə (Paal) snoepen [ZND B1 (1940sq)] III-2-3
snoer snoer: snǫu̯ǝr (Paal) Bewegend deel van de zweep dat aan de steel bevestigd is. Een aantal informanten verdeelt het snoer nog in een onderste gedeelte dat aan de stok bevestigd is, en een dunner (gevlochten) gedeelte, waaraan de kletsoor bevestigd is. De benamingen die met zekerheid refereren aan dat dunnere gedeelte, worden apart vermeld. [N 13, 95b; S 47; R 14, 20; monogr.] I-10
snorrepijp snor: snor (Paal) Het zelfgemaakte speelgoed bestaande uit een stukje karton of een dun plankje dat de kinderen snel ronddraaien en dat een snorrend geluid kan maken [snorrebot, hor, snorrepijp]. [N 88 (1982)] III-3-2
snot snot: snǫt (Paal) Coryza avium contagiosa of snot is een verkoudheid, gepaard gaande met neusvloeiing. De kippen hebben zwarte natte neuzen, ze niezen en de ademhaling kan bemoeilijkt zijn. De ogen zijn vochtig; de leg is teruggelopen en de eetlust is verminderd. Snot als alleenstaande ziekte is niet zo ernstig, meestal gaat snot gepaard met andere ademhalingsziekten. [N 19, 64; monogr.] I-12
snottebel snotbel: snotbeͅl (Paal) neus: snottebel [snotkeekel, snotkikkel, snotkiekje, snotneus, snottebrel] [N 10 (1961)] III-1-2