34165 |
verlopen |
verlopen:
(de koe is) vǝrluwǝpǝ (K357p Paal)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
34233 |
verse koe |
verse koe:
vęsǝ kuj (K357p Paal)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
22434 |
versieren (met bloemen) |
versieren:
versieren (K357p Paal)
|
Met bloemen versieren (bijv. iemands huis of stoel) bij een feest [pelen, braaien, meien, paleren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18226 |
versleten |
versleten:
versleten (K357p Paal, ...
K357p Paal)
|
verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)]
III-1-3
|
32918 |
verspreid gras |
sprei:
spr˙ɛ (K357p Paal)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
17625 |
verstandskies |
wijsheidstand:
wēͅsheͅtstant (K357p Paal)
|
verstandskies (wijsheidstand) [N 10b (1961)]
III-1-1
|
33394 |
verstelbaar luik boven de varkenstrog |
schedel:
sxēǝǝl (K357p Paal)
|
Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e]
I-6
|
33454 |
vertikale paal in een poort |
stijl:
stē̜ ̞l (K357p Paal)
|
Een rechtstaande, uitneembare paal in het midden van een poort, waartegen de beide poortvleugels gesloten kunnen worden. Deze paal is aan de bovenzijde meestal verankerd achter een gebogen stuk ijzer, aan de onderzijde in een gat. De paal wordt weggenomen als de poort helemaal geopend moet worden. De paal is onbekend in een groot aantal plaatsen. Door functionele overeenkomst kunnen de benamingen ook wel gebruikt worden voor andere soorten sluitbalken (zie deze lemmata). Zie ook afbeelding 18.g bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42e; N 5, 104; A 49, 4; add. uit N 5A, 93c]
I-6
|
34290 |
vertuieren |
hertuieren:
hɛrtai̯ǝrǝn (K357p Paal)
|
Het verplaatsen van het vee, telkens wanneer een stuk wei is afgegraasd. [L 40, 21b; monogr.]
I-11
|
30026 |
verzopen kalk |
waterkalk:
wǭtǝrkalǝk (K357p Paal)
|
Kalk waaraan tijdens het blussen teveel water is toegevoegd waardoor deze te sterk afkoelt. [N 30, 34; monogr.]
II-9
|