21442 |
vleien |
flikflooien:
Hē kan flikfloeien (K357p Paal)
|
Hij kan flikflooien (laag vleien, mouwstrijken, enz.). [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
19127 |
vleier |
fletser:
fletser (K357p Paal, ...
K357p Paal,
K357p Paal),
mouwstrijker:
mouwstrijker (K357p Paal),
mouwveger:
mauwvèger (K357p Paal),
maûwveger (K357p Paal)
|
een bloksleper (vleier) of andere woorden voor vleier, mouwveger enz. [ZND 32 (1939)] || Hij kan flikflooien (laag vleien, mouwstrijken, enz.). [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
34380 |
vleiwoord tot de zogende zeug |
kretsen:
krętsǝ (K357p Paal)
|
Een vleiwoord roepen tot de zogende zeug om deze gerust te stellen. In plaats van roepen kan men strelen, met de emmer rammelen, de zeug krabben, klakkende of smakkende geluiden maken met de tong. [N 19, 11c]
I-12
|
33775 |
vlekje op de neus |
plekje:
plɛkskǝ (K357p Paal)
|
Witte aftekening tussen neusvleugels en bovenlip. [N 8, 27c]
I-9
|
22154 |
vleugel |
vleugel:
vlōͅgəl (K357p Paal),
wiek:
wik (K357p Paal)
|
vleugel [ZND m]
III-4-1
|
33141 |
vleugels in de wanmolen |
alpen:
alǝpǝ (K357p Paal)
|
De schuingeplaatste plankjes die op een as zijn gemonteerd die wordt aangedreven, waardoor er een windstroom ontstaat, in de wanmolen. [N 14, 45b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-4
|
33986 |
vliegennet |
vliegenkleed:
vligǝklīǝt (K357p Paal),
vliegennet:
vlīgǝnęt (K357p Paal)
|
Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a]
I-10
|
22375 |
vlieger |
vlieger:
nə vlīgər (K357p Paal),
vlieger (K357p Paal)
|
Een vlieger (Fr. cerf-volant). [ZND B1 (1940sq)] || Het speelgoed bestaande uit een licht gestel, met papier bespannen, dat aan een lang touw in de lucht opgelaten wordt [vlieger, boog, draak, beugel, vliegaard, vliegerd]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24499 |
vlier |
vlierboom:
gecombineerd met ZND 8 055, idem
vleiərboeëm (K357p Paal),
vlierenboom:
gecombineerd met ZND 8 055, idem
flēi̯ərəbūəm (K357p Paal)
|
vlierboom (sambucus nigra) [ZND 15 (1930)]
III-4-3
|
24392 |
vlinder |
pepel:
piəpəl (K357p Paal)
|
vlinder, pepel [RND]
III-4-2
|