e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
het vat met vuur verwarmen de ton stoken: dǝ ton stō.kǝ (Panningen) Het vat boven een brandend vuur plaatsen met als doel de duigen te verwarmen waardoor ze soepel en buigzaam worden en de kuiper het vat zijn ronde vorm kan geven. In een aantal plaatsen werd het vuur op een rooster of in een kachel aangelegd. De open onderkant van het vat werd vervolgens boven deze vuurhaard geplaatst. Zie ook het volgende lemma. [N E, 28b] II-12
het vat opzetten de ton opzetten: dǝ ton ǫp˲zętǝ (Panningen) De duigen met behulp van een voorlopige opzetband overeind zetten. De eerste duig die de kuiper plaatst wordt met behulp van een opzetklem vastgezet. Daarna worden de andere duigen binnen de opzetband geplaatst totdat de ring gevuld is. Dan kan de opzetklem verwijderd worden. [N E, 25] II-12
het vlees in stukken snijden vierelen: vērǝlǝ (Panningen) Als één der helften van het gekloofde dier verwerkt wordt, snijdt men deze eerst in enkele grote, wat handzamer stukken. [N 28, 98; monogr.] II-1
het vlees laten besterven laten besterven: lǭtǝ bǝštɛrvǝ (Panningen) Na het verwijderen der ingewanden e.d. en het schoonmaken laat men het vlees hangen om het te laten afkoelen en opstijven. De volgende dat wordt het verder verwerkt. Enerzijds is dit een eis van de keuringsdienst (eventuele ziektes e.d. zijn dan makkelijker te constateren), anderzijds komt dit besterven volgens velen de smaak van het vlees ten goede. [N 28, 95; monogr.] II-1
het volle bedrag vrij geld: vgl. Venlo Wb. (pag. ): vreej, 1. vrij; -2 kaartterm, die kaart is ~, de laatste kaart van een bepaalde kleur.  vreej geltj (Panningen) volle bedrag, de gehele som, zonder korting [de hele poet, de volle roefel, de hele paaj?] [N 21 (1963)] III-3-1
het voorrijzen buiten de trog op de bank rijzen: op dǝ bank rīzǝ (Panningen) De informant van P 56 vermeldt dat het deeg, wanneer het voorgerezen is in de trog of machine, op de bakkerstafel wordt overgebracht voor het narijzen. Sommige informanten beschouwen deze fase als een onderdeel van het voorrijzen. Deze tweede rijsbeurt vindt plaats op de bakkerstafel (Q 121e) of bank (Q 19, 198b) of in de rijskast (L 269). [N 29, 24c] II-1
het voorrijzen in de trog voorrijzen: vø̄.rrīzǝ (Panningen), zuren: zō.rǝ (Panningen) Volgens de informant van P 56 worden de grondstoffen in de trog of de machine gebracht. Eerst de bloem (¬± 50 kg). De gist (¬± 1 kg) wordt opgelost in water. Dit mengsel wordt op de bloem gegoten, waarin eerst een soort trechter is gemaakt. Dit alles laat de bakker ongeveer 15 minuten staan. Dit is dan wel het voorrijzen in de trog. [N 29, 24b; N 29, 24a] II-1
het vuur aansteken aanstoken: aansjtoke (Panningen) aanstoken [SGV (1914)] III-2-1
het vuur doven dempen: (= doven; temperen).  dempe (Panningen), doven: douve (Panningen), (= doven, doen uitgaan).  dau:ve (Panningen), laten uitgaan: laote ōētgaon (Panningen), uit laten gaan: ôêt laote gaon (Panningen), uitmaken: et vêûr (in de stoef) ôêtmaake (Panningen) doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)] III-2-1
hete bliksem hete bliksem: Syst. WBD  hèjten bliksem (Panningen) Stamppot van appelen en aardappelen (appelprul, hemel en aarde, hete bleksem, onder en boven de tafel, hoog en laag?) [N 16 (1962)] III-2-3