e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kastplank schap: šāp (Panningen) plank in een kast [DC 16 (1948)] III-2-1
kat kat: kat (Panningen) kat [SGV (1914)] III-2-1
katapult katapult: kattepult (Panningen) Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjeswegschieten? [DC 23 (1953)] III-3-2
katholiek katholiek (<fr.): katteliek (Panningen) katholiek [SGV (1914)] III-3-3
katoen katoen: kǝtūn (Panningen) Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.] II-7
kattegat kattegat: katǝgā.t (Panningen) Een al dan niet afgeschermde opening onder in de schuurpoort die katten in staat stelt om de schuur in te gaan om muizen en ratten te vangen. Blijkbaar wordt deze opening ook door kippen gebruikt. [N 4A, 42i; monogr.] I-6
kauw hannik: roepnaam  hannik (Panningen), kauwtje: kauw(ke) (Panningen), kauwke (Panningen), roepnaam: hannik  kauwke (Panningen) Hoe heet de kauw? [DC 06 (1938)] || kauw || kauw (33 overal bekend; grijze nek en lichte ogen, rest zwart; broedt in gebouwen, schoorstenen en holle bomen; meestal in troepen; druk; roep [kja]; vaak tam gehouden [N 09 (1961)] III-4-1
keel strot: štrōt (Panningen) Zie afbeelding 2.16. [JG 1a, 1b; N 8, 29] I-9
keel, strot strot: sjtrōōt (Panningen) strot [SGV (1914)] III-1-1
keelgat keelgat: keelgaat (Panningen), keelsgat: kéélsgaat (Panningen), strot: sjraot (Panningen), sjtrêût (Panningen) keelgat [kelschat, rieper] [N 10 (1961)] III-1-1