e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

Gevonden: 4207
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bankschroefsleutel sleutel: šlø̜tǝl (Panningen) Een door de kop van de bankschroefspil gestoken metalen staafje dat dient om deze rond te draaien. Op deze wijze kan de bankschroef geopend en gesloten worden. Zie ook afb. 57. [N 33, 206] II-11
baret klak: klak (Panningen), pats: patsj (Panningen) baret [flat, floets] [N 25 (1964)] III-1-3
barmsijs bergsijs: bèrgsies (Panningen) barmsijs III-4-1
barrevoets barvoets: bérves (Panningen) barrevoets [SGV (1914)] III-1-3
bascule bascule: baskuul (Panningen) Weeginstrument met vaste vloer (bascule). [N 18 (1962)] III-3-1
bastaardvijl bastaardvijl: bǭstǝrt˲vīl (Panningen) Vijl met een niet al te grove of al te fijne kap. In grofte bevindt de bastaardvijl zich tussen de grove vijl en de zoetvijl. Meestal heeft het blad van een bastaardvijl ongeveer 26 tanden per inch (Handboek Gereedschap, pag. 238). De bastaardvijl kan diverse vormen hebben. Volgens verschillende informanten (L 192a, 213, 289, 299, 321, 331, 371, Q 18, 86, 95, 99*, 108, 113, 117, 118, 121c) heeft de bastaardvijl een grof blad. Vgl. ook het vorige lemma. [N 33, 88; N 33, 86; N 64, 53d; N 64, 53g] II-11
bebroed onbevrucht ei schier ei: šęr ɛi̯ (Panningen) [N 19, 54b] I-12
bederven, gezegd van pekel gemoord: gǝmørt (Panningen) De zoutoplossing kan bederven doordat te veel bloed uit het vlees trekt en zich met de pekel vermengt. [N 28, 109; monogr.] II-1
bedevaart bedevaart: bevert (Panningen) bedevaart [SGV (1914)] III-3-3
bedorven ei vuil ei: vūl ęi̯ (Panningen) [N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.] I-12