e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pastorie pastorie: pasterei (Panningen) pastorie [SGV (1914)] III-3-3
patrijs patrijs: petrīē:s (Panningen), veldhoen: vèltjhoo:n (Panningen) patrijs (30 overal in troepen op akkers; bruin hoefijzer op de buik; jachtvogel [N 09 (1961)] III-4-1
paus paus: paus (Panningen) paus [SGV (1914)] III-3-3
peetoom peteroom: peteroëme (Panningen) peetoom [SGV (1914)] III-2-2
peg klompenpeg: klompǝpęq (Panningen), klompenpin: klompǝpen (Panningen) Houten pennetje waarmee het zoolbeslag onder het loopvlak van de klomp wordt vastgezet. In Weert (L 289) en omgeving werd voor het maken van de peggen hout gebruikt dat hondshout (hoŋshǫwt) of hondkersenhout (hoŋkø̜rsǝhǫwt) werd genoemd. In Gennep (L 164) en omgeving was het onder de benaming klompenpinnenhout (klōmpǝpenǝhōlt) bekend. [N 24, 71, add.; monogr.] II-12
pekel pekel: pēkǝl (Panningen) De zoutoplossing waarin het vlees wordt bewaard. [N 28, 108; monogr.] II-1
pekelkuip kuip: kyp (Panningen) De houten kuip waarin men het gezouten vlees en spek bewaart. [N 28, 110; monogr.] II-1
penis pezerik: Schertsend.  pīzerik (Panningen), pissertje: Kindertaal.  pisserke (Panningen), pummel: pummel (Panningen) [N 10c (1961)] III-1-1
penwortel van een den peelwortel: pēlwǫrtǝl (Panningen) De penvormige wortel van een dennenboom. [N 27, 9b] I-8
peper peper: pèpər (Panningen), pêpər (Panningen) peper [DC 03 (1934)] III-2-3