e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
t-vormige hoeve warshuis: wɛ̄rshūs (Panningen) Stal en schuren liggen achter elkaar; het woongedeelte staat hier dwars op en steekt aan beide zijden uit. Enkele opgaven komen overeen met de algemene benaming voor de boerderij; ter plekke is dan de T-vormige bouw de algemeen gebruikelijke. Voor de fonetische documentatie van deze gevallen, die aan het begin van het lemma bijeen staan, wordt verwezen naar het lemma "boederij, algemeen" (1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 4. [N 4A, 2b; monogr.] I-6
taai-taai couque de dinant (fr.): kook denang (Panningen), taai-taai: taai-taai (Panningen), tèj-tèj (Panningen) taai-taai [N 29 (1967)] III-2-3
taai-taaiplank taalplank: tɛjplaŋk (Panningen) Plank die bij de taai-taaibereiding wordt gebruikt. Ten aanzien van de woordtypen die samengesteld zijn met peperkoek(s) zij opgemerkt dat het mogelijk is dat in de plaatsen waarvoor die opgaven gelden, de begrippen "peperkoek" en "taai-taai" samenvallen. Zie ook de toelichting bij het lemma ''taai-taaideeg''. Wat betreft de woordtypen "speculaasvorm" en "speculatieplank" vermelden beide informanten dat het hier om een plank gaat die ook voor speculaasbereiding wordt gebruikt. [N 29, 91; monogr.] II-1
taart britskoek: Syst. WBD De oude benaming is britskook = eierdeeg zonder opmaak  britskook (Panningen), taart: taart (Panningen), Syst. WBD  taart (Panningen) taart [SGV (1914)] || Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3
tabak tabak: tebak (Panningen) tabak [SGV (1914)] III-2-3
tafel tafel: tōͅfəl (Panningen, ... ) een houten tafel [Roukens 12 (1937)] || tafel [SGV (1914)] III-2-1
tafelmes tafelmets: tòòfelméts (Panningen) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tafelpoot tafelpoot: tōͅfəlpūət (Panningen) tafelpoot [DC 49 (1974)] III-2-1
tak (alg.) tak: tak (Panningen, ... ), tek (Panningen) (jonge) takken mv. [DC 41 (1966)] || dikke tak [DC 25 (1954)] || tak [SGV (1914)] III-4-3
tak op ingezaaid land (de akker is) bevreed: bǝvrēt (Panningen) De tak, stok of bundel stro die men op de pas ingezaaide akkers plaatste om aan te geven dat deze niet betreden mochten worden door jagers en anderen. Voor streep, zie WNT s.v. in de betekenis "grensteken". [N M, 26; monogr.] I-4