33325 |
t-vormige hoeve |
warshuis:
wɛ̄rshūs (L290p Panningen)
|
Stal en schuren liggen achter elkaar; het woongedeelte staat hier dwars op en steekt aan beide zijden uit. Enkele opgaven komen overeen met de algemene benaming voor de boerderij; ter plekke is dan de T-vormige bouw de algemeen gebruikelijke. Voor de fonetische documentatie van deze gevallen, die aan het begin van het lemma bijeen staan, wordt verwezen naar het lemma "boederij, algemeen" (1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 4. [N 4A, 2b; monogr.]
I-6
|
20772 |
taai-taai |
couque de dinant (fr.):
kook denang (L290p Panningen),
taai-taai:
taai-taai (L290p Panningen),
tèj-tèj (L290p Panningen)
|
taai-taai [N 29 (1967)]
III-2-3
|
25651 |
taai-taaiplank |
taalplank:
tɛjplaŋk (L290p Panningen)
|
Plank die bij de taai-taaibereiding wordt gebruikt. Ten aanzien van de woordtypen die samengesteld zijn met peperkoek(s) zij opgemerkt dat het mogelijk is dat in de plaatsen waarvoor die opgaven gelden, de begrippen "peperkoek" en "taai-taai" samenvallen. Zie ook de toelichting bij het lemma ''taai-taaideeg''. Wat betreft de woordtypen "speculaasvorm" en "speculatieplank" vermelden beide informanten dat het hier om een plank gaat die ook voor speculaasbereiding wordt gebruikt. [N 29, 91; monogr.]
II-1
|
20745 |
taart |
britskoek:
Syst. WBD De oude benaming is britskook = eierdeeg zonder opmaak
britskook (L290p Panningen),
taart:
taart (L290p Panningen),
Syst. WBD
taart (L290p Panningen)
|
taart [SGV (1914)] || Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20891 |
tabak |
tabak:
tebak (L290p Panningen)
|
tabak [SGV (1914)]
III-2-3
|
19667 |
tafel |
tafel:
tōͅfəl (L290p Panningen, ...
L290p Panningen)
|
een houten tafel [Roukens 12 (1937)] || tafel [SGV (1914)]
III-2-1
|
19530 |
tafelmes |
tafelmets:
tòòfelméts (L290p Panningen)
|
mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19833 |
tafelpoot |
tafelpoot:
tōͅfəlpūət (L290p Panningen)
|
tafelpoot [DC 49 (1974)]
III-2-1
|
24494 |
tak (alg.) |
tak:
tak (L290p Panningen, ...
L290p Panningen),
tek (L290p Panningen)
|
(jonge) takken mv. [DC 41 (1966)] || dikke tak [DC 25 (1954)] || tak [SGV (1914)]
III-4-3
|
33018 |
tak op ingezaaid land |
(de akker is) bevreed:
bǝvrēt (L290p Panningen)
|
De tak, stok of bundel stro die men op de pas ingezaaide akkers plaatste om aan te geven dat deze niet betreden mochten worden door jagers en anderen. Voor streep, zie WNT s.v. in de betekenis "grensteken". [N M, 26; monogr.]
I-4
|