22855 |
tijger |
tijger:
tijger (L290p Panningen)
|
tijger [SGV (1914)]
III-3-2
|
34647 |
tilbury |
tilbury:
telbrē (L290p Panningen)
|
Tweewielig rijtuigje, meestal zonder kap, voor twee personen, dat door één paard getrokken wordt. De tilbury is lager dan de sjees. Er is geen aparte bok voor de koetsier. Af en toe is dit ook een meer algemene benaming voor een klein rijtuigje. [N 17, 5, add; N 101, 1 + 6-8; N G, 51, monogr]
I-13
|
31740 |
timmeren |
timmeren:
tømǝrǝ (L290p Panningen)
|
De algemene benaming voor alle werkzaamheden die verband houden met het timmermansvak. [N 55, 169; A 35, 21; L monogr.; monogr.]
II-12
|
30117 |
timpaan |
timpaan:
temfans (L290p Panningen)
|
De ruimte tussen de bovendorpel van het kozijn van een raam of deur en de daarboven zich welvende boog. Wanneer boven een raam of deur met rechte bovendorpel een segment-, rond- of ellipsboog is geslagen, wordt het boogschild, d. i. de ruimte, die door de boog ingesloten wordt, niet alleen gevuld, maar veelal ook versierd. Bij vlak werk in metselwerk bestaat de boogvulling gewoonlijk uit enige lagen steen, hetzij zonder enige versiering, hetzij door het aanbrengen van gekleurde stenen enigszins gefigureerd. (Zwiers I, pag. 159). [N 32, 16b; monogr.]
II-9
|
24255 |
tochtig |
rits:
rets (L290p Panningen, ...
L290p Panningen),
tochtig:
tø̜xtex (L290p Panningen)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-11, I-12
|
33652 |
toegang tot akker |
vaargat:
vō.rga.t (L290p Panningen)
|
[N 11, 8]
I-8
|
33697 |
toegangsweg naar het erf |
opvaart:
ǫp˲vārt (L290p Panningen)
|
Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.]
I-8
|
19663 |
toilet |
huisje:
hyskə (L290p Panningen),
schijthuisje:
šī.thyskə (L290p Panningen),
schijttob:
šīttoͅp (L290p Panningen),
tob:
toͅp (L290p Panningen)
|
wc, toilet [N 05A (1964)]
III-2-1
|
21380 |
tol betalen |
barrier (<fr.) betalen:
brīr betalen (L290p Panningen)
|
tol betalen [SGV (1914)]
III-3-1
|
21381 |
tolgaarder |
tolhuis:
tolhuis (L290p Panningen)
|
tolgaarder [SGV (1914)]
III-3-1
|