e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wortketel bierketel: bērkētǝl (Panningen) De ketel waarin men het aftreksel van mout en water kookt met hop. Volgens de correspondent uit Q 99 was de ketel vervaardigd uit rood koper. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''koken''. [N 35, 30; monogr.] II-2
wortpomp wortpomp: wortpomp (Panningen) De pomp die men gebruikt om wort van de lekbak naar de wortketel te transporteren. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''jachtbuis''. [N 35, 35b; monogr.] II-2
wrang sleeuw: slië (Panningen), wrang: wrang (Panningen, ... ), wordt gezegd van vruchten of andere spijzen wanneer deze bitter smaken  wrang (Panningen) stroef; welk woord gebruikt men voor stroef (zoor, week, wrang, stroef, rins) [DC 28 (1956)] || wrang [DC 26 (1954)] || Wrang is een besmettelijke uierontsteking van droogstaande weidedieren. De ziekte treedt op in de zomermaanden, meestal bij meer dieren tegelijk in een weide. Eén of meer uierkwartieren veretteren. Het zieke kwartier zwelt, voelt hard en warm aan en is zeer pijnlijk. Het uiervocht is dun en vloeibaar van een gele of grauwe kleur, meestal echter dik en bruinachtig. De oorzaak is de gewone etterbacterie. Niet altijd worden wrang en mastitis scherp van elkaar onderscheiden. [N 52, 6a; A 48A, 11a; monogr] I-11, III-2-3
wrat wrat: vrat (Panningen) wrat [SGV (1914)] III-1-2
wreef vrei: vrèj (Panningen) wreef [SGV (1914)] III-1-1
wrijvingshamer kretshamer: krɛtshāmǝr (Panningen  [(hamer met wafelvormig vlak)]  ) Mechanische hamer waarvan het hamerblok aan een riem is bevestigd die over een door middel van een elektromotor aangedreven wiel loopt. Aan het andere uiteinde van de riem is een handvat aangebracht. Door aan het handvat te trekken wordt de riem op het wiel gespannen, waardoor het hamerblok omhoog wordt gehesen. Bij het lossen van de riem valt het hamerblok op het te smeden werkstuk terug. In Q 83 werd deze hamer gebruikt om ronde koppen op de klinknagels te slaan. Dit type hamer was ook in Q 5 bekend. [N 33, 77] II-11
wringhaak torshaak: tǫrshǭk (Panningen) IJzeren haak om ijzer om te buigen. Het werktuig wordt gebruikt om een bij het smeden bij vergissing scheef omgebogen deel weer recht te buigen (Kuyper, pag. 167). Zie ook afb. 47. [N 33, 282] II-11
wringijzer wringijzer: vreŋīzǝr (Panningen) Een in het midden wat breder uitlopende staaf met één tot drie gaten waarin de vierkante kop van de tap past. Er bestaan ook wringijzers met een verstelbaar gat waarin diverse types tappen passen. Het wringijzer dient om de tap bij het tappen van schroefdraad rond te draaien. Zie ook afb. 96 en de toelichting bij het lemma "tap". [N 33, 304; N 64, 65d] II-11
wroeten wroeten: vreute (Panningen), vrø̄tǝ (Panningen) Met de snuit in de grond wroeten, gezegd van het varken. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b, 2c; L monogr.; Wi 56; S 45; monogr.] || wroeten [SGV (1914)] I-12, III-1-2
wulp kuilder: kuulder (Panningen), kuilderd: kūū.ldert (Panningen) wulp || wulp (55 groot, bruingestreept; met lange kromme snavel; broedt in en rond de hei [N 09 (1961)] III-4-1